Familie Helder op Reis: Jaartjeweg 2006 - 2007
Na twee weken in de jungle zijn we terug in een wereld van lichtknopjes, vers brood, warme douches en toeristenbusjes. We reisden naar de wereldberoemde ruïnes van Machu Picchu. Overal word je opgeroepen om Machu Picchu te verkiezen als een van de zeven nieuwe wereldwonderen, ‘¡Vota por Machu Picchu!’ op www.new7wonders.com. Zie ook het infostukje over Machu Picchu.
Op 7 juli wordt de uitslag bekendgemaakt, ook het Colosseum en Angkor Wat zijn nog kanshebbers, dus misschien hebben we dit jaar wel 3 van de nieuwe 7 wereldwonderen bezocht!
Vanuit Cusco vlogen we in een anderhalf uur terug naar Lima, het beginpunt van onze reis door Peru. En nu zijn we in Trujillo, een paar honderd kilometer ten noorden van Lima, onze eerste stop op weg naar Ecuador. Een rustige week, waarin we toch weer veel gezien hebben.
Behalve de kleren die we aan hebben, gaat alles naar de wasserette – nu we terug zijn in Cusco, merken we pas hoe klam alles geworden is. Grote teleurstelling is wel dat ook de laptop en de batterijenlader het vochtige klimaat uiteindelijk toch niet overleefd lijken te hebben. Daar moeten we in Lima maar een oplossing voor zoeken.
Met een taxi gaan we naar het treinstation om kaartjes op te halen voor de reis naar Machu Picchu, en dan lopen we door het centrum terug naar ons hotel. De kerk vlak bij ons hotel is feestelijk versierd. Het ontgaat ons even ter gelegenheid waarvan. We kunnen er ook niet naar binnen, maar maken wel wat foto's van de buitenkant.
Op de binnenplaats staan twee trekkersfietsen – wat een heerlijk gevoel moet het zijn om hier fietsend binnen te komen! Even hebben we spijt dat wij zelf hier niet fietsen, maar we realiseren ons heel goed dat Peru voor ons echt te groot en te bergachtig is, bovendien is het klimaat ook niet echt fietsvriendelijk (meestal gewoon te koud), dus we zijn heel tevreden met ons openbaar-vervoer-programma, vooral ook omdat we tijdens allerlei tochtjes toch veel in dorpjes en in de natuur komen.
Het verslag van vandaag is geschreven door Litty
We gaan vandaag met de trein naar Aquas Calientes, dat is een plaatsje vlakbij Macchu Picchu. Met een taxi gaan we naar het station van Cusco, wat er nog erg rustig uitziet zo ’s morgens vroeg. Om 7 uur gaat de trein al, maar als we aankomen mogen we nog niet de trein in. De trein rijdt een stukje weg, maar dan gaan we ineens achteruit terug, we snappen er niets van, zouden er mensen zijn vergeten die we gaan ophalen? We gaan terug tot de wissel en gaan naar het andere spoor, zouden we op het verkeerde spoor zijn gegaan? dat zou wel dom zijn! We hebben sommige herkenningspunten en daaraan ontdekken we dat het zo hoort, we gaan steeds hoger en de trein kan geen haarspeldbochten maken. Daarom rijdt hij af en toe achteruit.
In Aquas Calientes aangekomen worden we bestormd met 5 mensen die wel een hotel voor ons hebben. Eerst waren het er 5, 2 bleven in het busstation, toen haakte er nog een af. We hebben maar gekozen voor de vrouw die het minst aan ons hoofd zeurde.
We gaan brood eten langs de rivier.
Later gaan we naar de warme bronnen (hot springs), daar heeft Aquas Calientes zijn naam aan te danken, Aquas Calientes betekent warm water. Er waren verschillende baden, het was gelukkig niet al te warm, maar de koudste waren wel echt IJSkoud! Het zag eruit als allemaal kleine zwembadjes.
Machu Picchu ligt op een berg boven het dorpje Aquas Calientes, je kunt lopend naar boven maar ook met de bus. Wij gaan met de bus, om extra lang bij de ruïnes te zijn (en om energie te sparen, want in Machu Picchu zelf moet er ook nog heel wat geklommen worden). De eerste bus vertrekt al om half 6, daar willen wij natuurlijk in, dat betekent weer vroeg opstaan! We zitten ook echt in de allereerste bus – daar past natuurlijk niet iedereen in, maar er rijdt gewoon een hele rij bussen af en aan om iedereen boven te brengen.
Boven moeten we bij de ingang nog een paar minuten wachten, en dan gaat om 6 uur het hek open. Een klein stukje het terrein op, en dan zie je Machu Picchu zoals het op alle plaatjes staat: groots en indrukwekkend, en nog heel leeg – later op de dag lopen natuurlijk overal groepjes toeristen. Vanaf de ingang klimmen we een pad op naar een soort wachtershuisje – dit is het punt waar de Inka-trail het terrein op komt. Schitterend uitzicht over de ruïnes en hier zie je ook goed hoe Machu Picchu gebouwd is in een U-bocht van de rivier – naar beide kanten kun je het dal in kijken.
Bij het wachthuisje blijven we een tijdje zitten om te ontbijten, en om de zon te zien opkomen. Natuurlijk is het al lang licht, maar pas om kwart over 7 komt de zon boven de bergtop uit, en dan staan we ineens lekker in het zonnetje. Daarvoor was het best fris – we hadden al T-shirts gezien met “I survived the Inca-trail”, maar wij bedenken nu de leus “I survived Machu Picchu before sunrise”!
Vanaf het centrale terrein kun je ook nog een tweede berg beklimmen, Waynu Picchu. Dit kan alleen ’s morgens, maximaal 400 mensen per dag, dus daar gaan we nu eerst naar toe. Om half 8 passeren we de toegangspost naar het wandelpad, we zijn dan bezoekers 30 t/m 33 van vandaag. De berg ziet er best hoog en steil uit, en het is ook best een flinke klim maar je krijgt wel schitterend uitzicht op Machu Picchu – bovendien is het gewoon een mooie wandeling door het nevelwoud. Een smal voetpad, veel trap-treedjes in de rotsen maar af en toe ook flink klauteren.
Als we bijna boven zijn ziet Litty een zijpaadje naar een toren, daar wil ze graag naar toe, en Wim loopt mee – het uitzicht is er niet echt anders dan vanaf het ‘grote’ pad, maar het is wel even extra avontuur, en door Litty zelf ontdekt! Later loopt het pad dwars door een nauwe opening tussen de rotsen – we begrijpen nu wel waarom grote rugzakken verboden zijn op het terrein (eigenlijk net zoals wandelstokken, eten, en plastic drinkflessen, maar daar wordt gelukkig niet al te streng op gecontroleerd).
De afdaling vanaf de ruïnes va Waynu Picchu is eigenlijk nog spectaculairder dan de klim, een lange trap van scheve, smalle treden zonder leuning – met een hand op de treden boven ons proberen we een beetje ons evenwicht te bewaren, maar dit stukje is niet in de zon dus je hand wordt daarvan flink koud (en zwart, merken we later).
Terug op het centrale terrein is er een grasveld waar we ons brood eten, en dan gaan we de rest van de ruïnes bekijken. Er zijn verschillende wandelroutes: kort, middel en ‘meergranen’ (zo vertalen de kinderen voor de grap de term ‘integral’). Wij maken een eigen variant op de lange route, en komen zo onder andere nog langs een heilige steen, de zogenaamde condor-tempel (de rots hier lijkt op condorvleugels; in de grond hebben de Inka’s de kop van de vogel uitgehakt) en een tempel met een soort zonnewijzer.
Er zijn nu veel (grote) groepen toeristen die achter hun gids aanlopen (Pinguins noemen de kinderen zulke groepen). Gelukkig hebben wij veel meer tijd, en kunnen we ook genieten van de vogels, een knaagdiertje dat we zien (een chinchilla), en de lama’s en alpaca’s op het centrale plein. Johan begint de alpaca’s allerlei commando’s toe te roepen, die luisteren natuurlijk niet echt maar de kinderen hebben er wel veel lol om: “Jij daar, kom hier. Ik ga scheren, en van de wol een lekkere zachte warme trui maken. En dan ga ik je eten, lekkere alpaca a la plancha. Kom hier!” Intussen doet Litty veel moeite om een baby-alpacaatje op de foto te krijgen, maar die kan best hard rennen.
Toen we ’s morgens de Waynu Picchu op wilden, had Johan eigenlijk geen zin, maar nu bedenkt hij zelf nog een extra wandeling: een stukje ‘terug lopen’ langs de Inka-trail; Wim gaat mee maar Anneke en Litty blijven op het centrale terrein. Wim en Johan lopen inderdaad tot buiten de toegangspoort van de Inka-trail, tot net over de eerste pas – als ze omkeren, zien ze wat de lopers van de Inka-trail zien als ze Machu Picchu naderen. De zon gaat al onder, het wordt tijd om terug te keren. Met de allerlaatste bus rijden we om 5 uur terug naar Aquas Calientes. Wat ons betreft zijn de ruïnes van Machu Picchu niet het allergrootste nieuwe wereldwonder, maar de omgeving is echt schitterend en wij hebben hier wel een mooie dag gehad.
Na het ontbijt laten we een plunjebaal met ingepakte rugzakjes achter in een hotelkamer, en gaan dan nog een dagje genieten van de omgeving van Machu Picchu. Heerlijk, nog een dagje in het groen voordat we morgen terugkeren naar het woestijnklimaat van Lima. Na het vele klimmen van gisteren kiezen we vandaag voor een gemakkelijke wandeling, naar een waterval een paar kilometer buiten Aquas Calientes.
Eerst volgen we de (onverharde) weg langs de rivier, waarlangs ook de bussen naar Machu Picchu rijden – al het ‘groen’ langs de berm zit onder een dikke laag stof. We zien ook steenhouwers aan het werk, die met hamers en beitels grote rotsblokken bewerken tot bruikbare bouwstenen, ‘net als de Inka’s‘. Bij Puente Ruinas, de brug die je over moet om bij Machu Picchu te komen, moeten wij rechtdoor. We zien geen pad, alleen een spoorlijn, maar enkele bouwvakkers die met kruiwagens sjouwen, vertellen dat dit de goede route is. Eerst is er nog een smal voetspoor naast de rails, later lopen we over de bielzen; een paar keer moeten we aan de kant als er een trein nadert. We komen een groep wandelaars tegen, voor wie dit het laatste deel van de Salkantay-trail is op weg naar Machu Picchu. Onderweg zien we veel bloemen, bijvoorbeeld een soort vlijtig liesje (impatiens)
Na een paar kilometer (voor ons, met spierpijn, fotostops, treinpassages en plaspauzes bijna 2 uur lopen) zijn we bij de toegang tot de waterval. Dit is privé-terrein; eerst loop je door een tuin waar allerlei gewassen zijn aangeplant (onder andere ananas, papaya, cacao), dan door een bananenplantage en dan nog een stukje door het nevelwoud. We zien weer veel vlinders, vogeltjes en mooie bloemen. Bij de waterval zoeken we een plekje om te eten (niet té dicht bij, want daar is het nat en fris), en daarna lopen we dezelfde route terug. Bij het hek krijgen de kinderen een stengel suikerriet om op te kauwen, lekker, dat kennen we nog van Laos.
Langs de hele route zijn er veel Epifyten op de bomen. Vlak bij Aquas Calientes het meest. Met name Tillandsia's zoals hier op de foto zie je op bijna elke boom en ook op de rotsen.
In het dorplopen we eerst nog even over de toeristenmarkt, halen dan onze rugzakken op in het hotel en hebben dan nog tijd voor een bezoekje aan de pastelería. Met gevulde maag stappen we om 5 uur de trein in. Dit keer zitten we helemaal achterin, we kunnen door het achterraam naar buiten kijken. Er is ook een bijrijder met een grote zaklantaarn; als we een grote bocht maken geeft die lichtsignalen aan iemand in de locomotief, en ook moet hij regelmatig de trein uit om een wissel te verzetten (als we zig-zag heen en weer gaan langs de haarspeldbochten). In de trein eten we nog wat broodjes met tonijn, tomaat en kaas. Om half 10 zijn we terug in Cusco; gauw met een taxi terug naar ons hostal en dan naar bed.
Als om 7 uur de wekker gaat, zijn we allemaal al wakker – nog helemaal gewend aan het vroege opstaan! We doen rustig aan, ontbijten in het hostal en pakken dan onze tassen in. Dat valt nog niet mee, want sinds de reis vanuit Puno hebben we steeds maar met een deel van de bagage gereisd, en nu moet natuurlijk alles weer mee. Een taxi brengt ons naar het vliegveld, een klein vliegveldje maar, het inchecken gaat lekker snel en dan hebben we nog een uur om koffie te drinken, langs de winkeltjes te lopen en naar buiten te kijken. Om 12 uur gaan we de lucht in, we vliegen over de Andes, met mooi uitzicht op besneeuwde bergen. Onderweg krijgen we een ‘servicio de snack’, en om kwart over 1 landen we al in Lima, waar we met een taxi worden opgehaald.
In het hostal eten we wat brood, en dan vertrekken we met een taxi naar het Sony Servicecentrum – daar zullen ze de laptop onderzoeken, nu maar hopen dat ze hem ook kunnen repareren! Voor de rest van de middag hadden we geen plannen; we besluiten naar een winkelcentrum te gaan vlak bij zee, waar we enthousiaste verhalen over gehoord hebben. Maar dat valt ons wat tegen, vooral vanwege het grauwe, winderige weer. Geen zonnig uitzicht over de oceaan, en de vele ijskraampjes trekken ons ook niet aan. We kijken nog wel even naar een paar mensen die op de golven surfen, en gaan dan maar ergens binnen naar een restaurant om te eten. Terug in het hotel maken Johan en Litty een begin met hun schoolwerk van deze week.
Er zijn nog wel wat dingen in Lima die we willen bekijken, maar we kiezen voor een rustig dagje om allerlei praktische zaken te regelen: de was, schoolwerk, de busreis van morgen en natuurlijk de laptop: die is helaas echt kapot (waarschijnlijk kortsluiting door het vocht) en een reparatie zou 3 à 4 weken duren, daar kunnen we niet op wachten dus halen we de laptop ongerepareerd weer op. Bij een elektronicawinkel kopen we een nieuwe batterijenlader (de vorige had het ook begeven na de tocht naar Manu). Het is een heel ritueel langs minstens 6 schijven voordat we onze aankoop van wel 20 euro kunnen meenemen. Bureaucratie beperkt zich hier niet tot de overheid.
Hierna rijden we met een collectivo naar winkelcentrum Plaza San Miguel. Het oogt een beetje als een meubelboulevard, je kunt er niet gezellig langs de etalages wandelen maar er zijn wel veel grote winkels. We eten er in het restaurant van een supermarkt, en gaan dan met een taxi terug naar het hotel.
Als we zo door de stad rijden, zien we ook weer enkele zaken die hier in Lima heel gewoon zijn maar die we in de rest van Peru nauwelijks zagen. Grote, open vensters zie je eigenlijk niet – alle ramen zijn afgeschermd met tralies. Ook auto’s staan bijna altijd achter een muur of een hek met prikkeldraad geparkeerd. Wat wij vooral vreemd vinden, is dat veel kleine winkeltjes tralies voor hun pand hebben, net als rolluiken in Nederland – maar die tralies zijn vaak dicht terwijl de winkel wel open is: je kunt dan door de tralies heen je boodschappen bestellen en afrekenen!
Wat we in Lima ook meer zien dan in andere steden, zijn de vele verkopers bij de verkeerskruispunten. Terwijl je voor het rode stoplicht staat te wachten, kun je niet alleen je voorruit laten wassen, maar ook een flesje drinken, pakje koekjes of een los snoepje kopen, en zelfs zonnebrillen, tafelkleden, leesboeken en poppenkastpoppen worden aangeboden! Dan zijn er natuurlijk ook nog de ‘kunstenaars’: jongleurs, acrobaten, een voetballer die de bal hooghoudt – allemaal proberen ze met een korte ‘voorstelling’ wat geld te verdienen.
Vandaag begint onze reis door het noorden van Peru, langs de kust richting Ecuador. Onze eerste stop is in Trujillo, 8 uur rijden vanaf Lima. Onze bus gaat pas om half 1 (de ochtendbus zat al vol), dus is er eerst tijd voor een warme douche, lekker ontbijt, rustig inpakken en nog wat internetten. We reizen weer met een luxe bus van Cruz del Sur, inclusief (warme) lunch, avondsnack (broodje en cake) en goede films (wát een verschil met de schiet- en vechtfilms van de goedkopere maatschappijen!).
Als we wegrijden, merken we goed hoe enorm groot Lima is: pas na vijf kwartier zijn we de stad uit. Daarna rijden we door een woestijnstreek. Urenlang voornamelijk zand en zee en uiteindelijk ook een mooie zonsondergang. Pas om half 9 zijn we in Trujillo. We hebben al een hotel gereserveerd, en worden met een taxi opgehaald van het busstation. Het is nog 20 minuten rijden, want we slapen niet in de stad Trujillo zelf, maar in het kustplaatsje Huanchaco. Daar hebben we een mooie kamer op een soort vakantiecomplex – het lijkt wel een rijtje stacaravans op een rustige camping, lekker buiten!