Familie Helder op Reis: Jaartjeweg 2006 - 2007

Familieavontuur Ecuador, tweede week

Zuid-Amerika, week 53: 8 - 14 juli 2007

Van de jungle naar de hoogste actieve vulkaan van Ecuador, een week met veel spannende activiteiten.

Zondag 8 juli: Coto Cocha, Amazoonica en Kichwa-dorp

’s Nachts heeft het veel geregend, en helaas regent het ’s morgens nog steeds – nu merken we goed dat we in het regenwoud zijn. Toch gaan we om 9 uur op pad; je mag een regencape aan van de lodge, en een stel laarzen uitkiezen, en iedereen moet een zwemvest om: we gaan met een bootje de rivier op. We gaan met 2 motorkano’s, overdekt maar zeker als je voorin zit (zoals Anneke) word je heel nat. Het is anderhalf uur varen, het eerste stuk gaan we heel snel (Anneke houdt dan ook een tijdje de ogen dicht), maar als het wat rustiger gaat (en ook wat minder begint te regenen) kunnen we beter rondkijken en genieten van de tocht.wolaap

We stappen uit bij Amazoonica, een opvangcentrum voor dieren uit het regenwoud. Gelukkig is het inmiddels helemaal droog geworden. Direct zien we al een stel aapjes (wolapen en doodshoofdaapjes). Als Anneke haar rugzak neerzet bij het entreegebouw, zit er meteen een doodshoofdaapje op – die zoekt zeker wat lekkers. De verzorgers willen de aapjes liever op wat meer afstand houden, maar het is wel een grappig gezicht.

We krijgen een rondleiding langs hokken met dieren die om allerlei redenen niet terug kunnen naar de natuur. Het zijn dieren die we in Manu ook al gezien of gezocht hebben: toekan, agouti, capibara, kaaiman (we zien alleen het hok, de kaaiman heeft zich verstopt), schildpad, peccarie en een slingeraap (het eerste dier dat ze hier hebben opgevangen is een slingeraap van nu 17 jaar, met de naam ‘Johan’!). Ook zien we een jaguarundi en een ocelot.

Nadat twee jongens van de groep in het winkeltje van Amazoonica een blaaspijp hebben gekocht met mooie pijlenkoker (zoals we ook zagen bij Mitad del Mundo), varen we een klein stukje terug en stoppen dan bij een strandje voor een picknick. Er is rijst met salade, en gelukkig voor de kinderen ook wat brood erbij en een appel. We mogen ook zwemmen, maar daar heeft niemand zin in.

blaaspijpDan varen we nog verder terug, naar een Kichwa-indianenfamilie. Hier krijgen we verschillende demonstraties: pottenbakken (met mooie geometrische figuren), yuca-bier maken (wie wil, mag een slokje proeven – Anneke vindt ruiken alleen al genoeg), met een blaaspijp schieten (Tsjarco schoot direct raak, maar ook Litty weet bij de tweede poging het doel, een houten papegaai, te raken!), en goud zoeken bij de rivier: een paar handenvol grond worden in een grote zeef net zolang gezeefd boven het water totdat er een mini-vlokje goud overblijft. Eén gram goud levert 15 USD op, maar kost wel een hele dag werk – dat doen ze nu alleen nog om bijvoorbeeld voor een bruiloft iets extra’s te hebben.

Rond 6 uur zijn we terug bij de lodge, en een uurtje later gaan we eten. Om 8 uur gaan de laarzen weer aan, want we gaan met een gids een nachtwandeling maken. Met zo’n grote groep is het wel lastig, maar toch zien we best veel interessante dingen: wandelende tak, veel grote spinnen, een piepklein salamandertje, enkele kikkertjes, krekels, sprinkhanen en een roodzwarte slang. De gids herkent ook het geluid van een nachtaapje, en ziet de ogen van het aapje glinsteren in het licht van zijn zaklantaarn, maar eigenlijk hebben wij het aapje zelf niet gezien. Tegen tienen zijn we terug bij ons huisje – bedtijd!jungle look

Maandag 9 juli: Coto Cocha, waterval, tuben en wandelen

Reisverslag van Johan

We staan vandaag vroeg op, het ontbijt is om acht uur al. Om negen uur vertrekken we met de boot tien minuutjes stroomopwaarts. We stappen uit de boot en wandelen over een pad naar de asfaltweg die hier blijkt te lopen. We steken de weg over en gaan langs een stalletje naar de waterval. We lopen eerst langs de beek over een goed pad. Onderweg zien we heliconia’s (wilde bananen), avocado’s, koffie, en cacao en een stel oropendola nesten.

[Ook vindt de gids een vrucht die rode kleurstof geeft, bruikbaar als lippenstift of nagellak. Nu gebruikt hij het als índianen-schmink: wie wil krijgt een paar rode strepen op de wang. Eerst wil niemand, maar uiteindelijk bijna iedereen!]

voor de watervalBij de waterval kan je zwemmen, maar dat doen er maar een paar van de groep. [Wim: “Ik natuurlijk wel!”] Opeens vliegt er een blue morfus langs, een grote blauwe vlinder. Op de terugweg gaat het plenzen en gaan we schuilen bij een afdak met wat bankjes. Als het redelijk droog is gaan we verder naar de weg. De goot langs de weg is nu een snelstromende beek waar we met onze laarzen gemakkelijk door heen komen.

Als we bij de rivier aankomen gaan we tuben! Het is inmiddels droog. We trekken de zwemkleding aan en stappen in de tube. Litty en de reisbegeleider kwamen in het begin direct al vast te zitten en kwamen niet meer los. Ik ben aan de verkeerde kant van de rivier en kom de hele tijd vast te zitten bij de rotswanden. Dan komt de enige L stroomversnelling J. [Anneke: “Ik kwam daar ook in een stel draaikolken, mijn band draaide een paar keer rond!”] Na de stroomversnelling zijn we bijna bij de lodge. Daar gaan we naar de kant, Lennard drijft nog een paar honderd meter verder, en moet met een boot worden teruggebracht. Na het tuben trekken we droge kleren aan. [Het tuben was leuk! Benthe: “net de Efteling, maar dan écht!”]

We lunchen om half drie, een beetje laat. Om vier uur gaan de volwassenen wandelen, en de jongens voetballen. De drie meiden en Stef gaan bij de lodge zitten. Onderweg naar het voetbalveld zien we ani’s en oropendola’s, als we aankomen komen er hordes lokale kinderen aangelopen. De lokalen voetballen tegen de Nederlanders, een hoop lol. De bal gaat ongeveer 20 keer bij ons achter, dan rolt de bal van een steile helling de bosjes in. Er is een jongetje dat heel goed kan inschatten waar de bal ligt. Wij winnen met 7-6 en lopen terug. Daar gaan we pokeren en wat drinken. We gaan rond negen uur op bed.

[Aanvulling van Anneke over de middagwandeling]

zure bomZes ouders gaan met de gids mee naar het gebied waar we gisteravond ook gewandeld hebben – overdag ziet dat er heel anders uit! Nu vertelt de gids veel over allerlei planten die we zien. Veel hebben medicinale werking, of andere praktische toepassing. Bijvoorbeeld toquile palm: het hart van een jonge stengel kun je eten (voor in de salade, hij laat ons een hapje proeven), het blad kun je uitwaaieren tot een rokje, of er een mutsje van maken, met repen van de stengel kun je een ketting of armband maken (met een soort muizentrapjes), en deze palm wordt ook gebruikt voor het maken van Panama-hoeden. Er worden ook minder praktische toepassingen getoond en geprobeerd zoals een neuskapje.

We herkennen veel van de jungle in Manu: bloemen, zwammetjes, wandelende palm, leafcutting ants en cobra-mier. Dan toont de gids ons iets nieuws: mieren die een nestje hebben in de verdikking van een tak. Als je het takje openbreekt, zie je de miertjes lopen – en ook die mogen we proeven…! Eigenlijk best lekker, smaakt naar citroen (mierenzuur).

En de gids laat zien wat er gebeurt als je je hand een tijdje op een termietennest houdt: honderden termieten kruipen hun nest uit en zoeken de warmte op van je hand en arm. Ongetwijfeld een hoop gekriebel, maar als je de termieten daarna van je afschudt, heb je een kleverige arm – dat is een natuurlijk anti-muggenmiddel.tarantula

Marion verzamelt onderweg enkele palmbladeren en lianen, waarvan ze ’s avonds ‘jungle-tasjes’ maakt voor de drie meisjes van de groep. Zulke tasjes werden (ook in heel grote maten) door indianenvrouwen gemaakt om de buit van de jacht terug naar huis te dragen.

Terug bij de lodge blijkt daar ook van alles te bewonderen: ’s morgens hadden ze al een schorpioen gevangen in een bakje, later een slangetje in een plastic fles en nu een grote tarantula!

De mensen van de lodge maken zich bezorgd om de kinderen, omdat die gisteren bij de lunch zo weinig gegeten hebben: vandaag krijgen ze een apart kindermenu, met veel patat en hamburgers!

Dinsdag 10 juli: van Coto Cocha naar Baños

We verlaten de jungle. Om 7 uur ’s morgens drupt het een beetje, tijdens het ontbijt is het droog maar als we wegrijden regent het weer. De bus zit vast – enkelen (de mannen) moeten uitstappen en duwen, anders kunnen we niet weg! Over een onverharde weg met veel hobbels en kuilen klimmen we omhoog.balsa

In Puyo stoppen we bij een fabriek waar ze allerlei figuren maken van balsahout. Toen we hout gingen sprokkelen voor de barbecue in Manu, had Johan een stuk balsahout gevonden, maar hij kon nauwelijks geloven dat het hout was, zo licht was het! Nu zien we hier allerlei mensen aan het werk om van het balsahout vogels, vissen en andere figuren te maken: veel schuren, verven en lakken. Natuurlijk kopen we een en ander, “het weegt toch niets…”.touwbrug

Een eindje buiten Puyo stoppen we bij een Ecoparque voor de lunch. Er is een dierentuintje en een zwembad. Eerst zwemmen (volleyballen, en over een touwbrug lopen), en dan willen we lunchen… Degenen die warm eten besteld hebben, moeten daar helaas hééél lang op wachten. Anneke en de kinderen eten liever brood met fruit, en hebben dan nog even tijd om een armbandje te knopen (Litty heeft macramé geleerd) of langs de aapjes te wandelen (dat doen Anneke en Johan).

Ook ’s middags rijden we door mooi landschap. In de bus geeft Marion de kinderen weer wat ‘Spaanse les’ – Litty en Johan kennen inmiddels al aardig wat woordjes en zinnetjes, maar het blijft lastig om die kennis in praktijk te brengen. Eten en drinken bestellen lukt wel aardig, en afdingen op de markt ook!

Bij Baños krijgen we uitzicht op de snelstromende Pastazo-rivier. We rijden door enkele lange tunnels, en stoppen dan bij een hotel net buiten het centrum. Een beetje gehorig, maar voor de kinderen een fantastisch hotel, met zwembad, dakterras en groot speelveld waar ze kunnen voetballen. Het hotel staat op de helling van de Tungurahua-vulkaan (5016 meter hoog). Dit is een actieve vulkaan, in 1999 is het hele stadje geëvacueerd en eigenlijk is er nog steeds dreiging van een uitbarsting, maar voor ons lijkt het nu redelijk veilig. We blijven drie nachten in Baños, en kunnen daar kiezen uit verschillende activiteiten. Maar je kunt natuurlijk ook lekker uitrusten of zelf op stap gaan!

Wim en Litty bij raftWoensdag 11 juli: Baños, raften / naar de Mirador Virgen

Het verslag over het raften is geschreven door Litty

Ik ga met Wim raften, we worden om 9 uur opgehaald door een Chiva, een open bus. Op het dak liggen twee rubberboten, dat zijn rafts. Het regent, maar gelukkig worden wij niet nat. We zien een dam die open staat [vanwege de overvloedige regenval], dat is een mooi gezicht. na een tijdje rijden stoppen we, we moeten een raar pak aan doen, een wet suit. Ik lijk wel een pinguïn, vindt Lennard die ook mee gaat. Daarna moeten we ook nog een zwemvest aantrekken en een helm op doen.

Dan krijgen we les hoe we moeten peddelen: niet met je armen maar met je hele lichaam. En hoe we moeten draaien: de ene kant achteruit peddelen en de andere kant vooruit. Je voet moet onder een ronde buis, dat is voor als je dreigt te vallen, daarvoor is ook een touw. Als de boot omslaat en je eronder valt kun je tussen twee ronde buizen je hoofd steken en adem halen, dan ga je de boot omkeren. Als je eruit valt moet je op je rug gaan liggen en niet staan of lopen.

raftenDan mogen we eindelijk gaan raften! We doen nog een paar oefeningen in het water en dan komen we bij een stroomversnelling! De man in de kano (die je oppikt als je eruit valt) heeft onze camera maar al snel geeft hij hem aan een andere gids want hij moet voorop om de weg te verkennen. Er zijn soms grote golven die ons hartstikke nat maken! maar dat maakt niet uit. In een andere boot roepen de mensen “joehoe!”, ik denk, daar wil ik ook heen, maar ineens slaan ze om!, iedereen is eruit gevallen! Onze gids gaat uit de boot om te helpen, wij kunnen niet kijken want we moeten doorpeddelen.

Na een tijdje liggen de twee andere boten op ons te wachten en vertellen ze dat we er bijna zijn. Het kost veel moeite om aan de kant te komen, maar het is ons toch gelukt. Dan gaan we terug, net als op de heenweg gaan de lichtjes aan in de tunnels (die soms best lang zijn) en is het net een kermiskar. [einde verslag Litty]

[Het raften zelf duurde nog geen anderhalf uur, maar pas om half 4 ’s middags zijn ze terug bij het hotel. Het traject was 18 kilometer. Normaal is de zwaarte 3+, maar omdat de sluis van het stuwmeer openstond was het nu zwaarte 4.]

oranje bloemTerwijl Wim en Litty gingen raften, hadden Johan en Anneke hun eigen dagprogramma. Eerst ging Anneke alleen de straat op, voor de was, geldautomaat, brievenbus en supermarkt. Tegen een uur of 11 was het droog, en gingen Anneke en Johan samen op stap, een wandeling naar een uitzichtpunt boven het stadje. Langs de trappen omhoog zou dat maar 30 minuten zijn, maar wij kozen een langere route, wel heel mooi, maar toen duurde het bijna anderhalf uur om boven te komen! Johan had Wims fototoestel bij zich, en heeft veel bloemetjes op de foto gezet. Boven bij het uitzichtpunt was een groot modern beeld van Maria met kind, de ‘Virgen’. Vanaf hier kon je met trappen snel terug naar het dorp.

Degenen die gekozen hadden om vandaag ‘gewoon’ bij het hotel te blijven, hadden trouwens ook een bijzondere dag: Johan Romero, ‘de troubadour van Amerika’, kwam opnamen maken op het terrein voor een video-clip. Het mooiste was dat Benthe mee mocht spelen in de clip – op verschillende plekken werd eindeloos hetzelfde liedje opgenomen. Dit gaat uitgezonden worden in heel Zuid-Amerika!

Aan het eind van de middag is Anneke samen met Litty nog even het stadje ingegaan. Wim ging zwemmen, en Johan voetballen. We zagen de vervaardiging van ‘mezcocha’, een lokale specialiteit van suikerriet. Ook keken we in de kerk (met veel schilderijen van reddingen van de heilige maagd), en het museumpje (een merkwaardige mengeling van bruidsboeketten, opgezette dieren, pre-inka-vondsten en volkskunst).

kabelbaantje boven watervalDonderdag 12 juli: Baños, watervallen

Een rustige ochtend: Litty en Johan schrijven stukjes voor de website, Wim wandelt het stadje in naar kerk en museum en klimt ook naar de Virgen (waar Johan en Anneke gisteren waren), Johan gaat ook weer voetballen.

’s Middags gaan we ‘met ieder die zin heeft’ met de bus een stukje rijden naar twee watervallen. Bij de eerste waterval kun je met een soort kabelbaantje de rivier oversteken, dat gaat best hard. Het is ook wel spannen met uitzicht op een spuitende waterval en onder je de rivier honderd meter lager. Aan de overkant kun je uitstappen. Het is mogelijk om daar een trail te volgen maar daarvoor hebben we helaas geen tijd. Aan deze kant worden door sjouwers op de rug kistjes sinaasappels aangevoerd, want de kabelbaan wordt niet alleen als toeristenattractie gebruikt maar ook voor locaal vervoer !

Bij de tweede waterval gaan we eerst picknicken, en dan dalen we af in een kloof. Er hangen bordjes met ‘geen planten plukken’, ‘geen afval weggooien’ en dergelijke, maar verderop ook wat wijsgerige spreuken, zoals ‘je moet leren de stilte van de natuur te waarderen’ – dat is hier nog niet zo makkelijk, want de natuur maakt een verschrikkelijke herrie: het water komt met denderend geraas naar beneden!rokende vulkaan

Je kunt de waterval bekijken vanaf een hangbrug (maximaal 5 personen tegelijk op de brug, en niet wiebelen!), maar je kunt ook nóg dichterbij komen – daar word je wel helemaal nat van het opspattende water!

Op de terugweg hebben we vanuit de bus goed zicht op de vulkaan, er komt duidelijk rook uit! Johan en Litty doen nog een tijdje mee met balspel terwijl Wim en Anneke gaan internetten. We gaan al vroeg eten, niet met de hele groep vandaag – ook enkele anderen kiezen voor een snelle maaltijd en bijtijds naar bed.

Vrijdag 13 juli: vanuit Baños naar Riobamba

Litty op paardVanochtend blijven we nog in Baños. Litty heeft zich aangemeld voor een ochtendje paardrijden, en Anneke gaat mee. In totaal gaan we met 4 volwassenen en 4 kinderen. Johan en Wim gaan samen naar de dierentuin.

"Paardrijden" is geschreven door Litty

We moeten vroeg opstaan want we moeten onze spullen hebben ingepakt voordat we gaan paardrijden. Als we gaan zijn er verschillende mensen die de paarden komen brengen, de man van het paardrijden vertelt ze dat ze twee paarden meer moeten halen. We krijgen eerst een beetje les, dan krijgt iedereen een paard, ik krijg een wit paard.

We moeten eerst een tijdje op het asfalt lopen, dan moeten we ons paard rechts laten lopen. Na een tijdje komen we op een brede zandweg en gaan we omhoog. Dan begint het paard van Melanie mijn paard ineens te bijten. Na een tijdje lopen en in draf gaan (2 uur) hebben we een pauze, we krijgen een broodje een koekje en een appel.

paard rijdenAls we hebben gegeten moeten we ons paard weer terugvinden, dat is niet makkelijk want er zijn drie witte paarden. Even later begint Melanie’s paard mijn paard ineens hard te bijten en hij wil niet meer loslaten. Ik moet aan de andere kant van de weg lopen dan Melanie. We gaan naar beneden, de paarden doen dat heel voorzichtig, ineens doen ze niet meer voorzichtig, mijn paard begint samen met die van Gerben te rennen.

Als we een tijdje hebben gelopen komen we bij een drinkplek voor de paarden, we denken dat de paarden verplicht moeten drinken want de gidsen zeggen er niets van als je ze laat staan. Je kunt ze toch niet weghalen. Mijn paard heeft al een keer eerder bij een stroompje gedronken dus hoeft niet zoveel te drinken. Even later komen we weer in de stad en gaan we nog even in draf. [einde Litty]

(Na afloop zegt de gids: twee deden het echt goed, Melanie (die ooit een jaartje paardrijles heeft gehad), en Litty! Litty ging echt heel goed in het ritme op en neer in het zadel!

koningsgierHet verslag over de dierentuin is geschreven door Johan

Om negen uur worden mama en Litty opgehaald voor het paardrijden, papa en ik gaan om kwart over negen richting dierentuin. We lopen langs snoepkraampjes, souvenirwinkels en restaurants richting de rivier. We proberen handschoenen te kopen voor morgen, maar we vinden ze steeds te duur. [De dierentuin is gelegen bij een mooie kloof waar het water met donderend geraas doorheen gaat.] Langs de rivier, over een drukke weg, lopen we naar de dierentuin. We zien onderweg een klein roofvogeltje en veel mooie bloemen. Tegenover de dierentuin is een reptielenpark, voor de toeristen die een dag weg willen en na twee uur in de dierentuin zijn uitgekeken.

In de dierentuin worden we eerst naar boven gestuurd, anders kan je daar niet meer komen. We komen eerst langs het hok van de koningsgieren, waar ook een jonge zit, die is zwart en heeft nog niet de wit-oranje veren van de ouderen. Na het hok van de koningsgieren komen we bij het condorhok, waar de twee volwassen condors best veel kunnen vliegen. Daarna komen de roodgroene ara’s en papagaaien. Ook zitten er een paar soorten kippen (geen huiskippen), uilen en parkietjes. Daarna komen er roodgele- blauwgele en roodgroene ara’s.Als we voorbij de ara’s zijn liggen er buiten het hok twee tapirs!!! Ik vraag me af waarom ze het hek rondom het hok niet wat versterken, want zo kunnen ze zo ontsnappen!

brilbeerDaarna gaan we naar het zoogdierendeel, waar gelijk een groep doodshoofdaapjes probeert zo idioot mogelijk te doen. Na een trapje komen we bij het jaguar verblijf, maar de jaguar houdt zich schuil. We bekijken de wolapen, puma’s en tayra’s, dit zijn een soort otters die in bomen leven en kippen vangen. Daarna is er een nachtdierenverblijf waar paca’s (overmaatse cavia’s) en aapjes zitten. Er moeten nog meer soorten zitten, maar die laten zich niet zien. Daarna lopen we naar de brilberen waar we pauze houden. We lopen terug naar de jaguar, maar die is er nog steeds niet. Daarna lopen we een ander pad in naar de slingerapen, ocelot’s, zwijntjes, capybara’s, galápagosschildpadden en vossen. Daarna lopen we naar de jaguar terug die nog steeds zich heeft verstopt. Papa wil bij de beren nog brood eten, daarna ga ik alleen nog eens kijken bij de jaguar. Dan is de jaguar eindelijk zichtbaar en komt papa aangerend om foto’s te maken. Daarna lopen we terug naar het hotel waar mama en Litty te paard aankomen. We kopen nog snel handschoenen en gaan naar het hotel.

[einde verslag Johan]

top ChimborazoOm 2 uur ’s middags is het tijd om te vertrekken. Alweer een mooi landschap. We maken nog een fotostop bij de Chimborazzo. De besneeuwde top is nu goed te zien en dat is lang niet altijd het geval. In Riobamba stoppen we bij een tahua-werkplaats. Tahua wordt ook wel ‘plantaardig ivoor’ genoemd, het zijn de noten van een grote vrucht, als je het bruine schilletje er af haalt blijft een witte binnenkant over die je net als ivoor kunt verwerken. Vroeger werden heel veel knopen van tahua gemaakt. Nu zijn het vooral ringen, maar ook allerlei dierfiguurtjes.

We rijden nog een kwartiertje verder, naar een hotel buiten Riobamba. Eigenlijk meer een bungalowpark, met een overdekt zwembad en een sauna.

We zitten hier op 2750 meter hoogte, ’s avonds is het best koud, “Fríobamba”, zegt onze chauffeur Emilio.

Zaterdag 14 juli: Riobamba, naar Chimborazo-vulkaanbij sneeuw

We gaan naar Chimborazo, de hoogste berg van Ecuador, 6310 meter hoog (maar wij gaan natuurlijk niet helemaal tot de top…).

Eerst rijden we door Riobamba, daar is vandaag veemarkt en we zien veel mensen met koeien, schapen en varkens op stap. Later zien we ook twee schapen die vervoerd worden boven op het dak van een bus!

De bus brengt ons tot een schuilhut (refugio) op een hoogte van 4800 meter. Een kilometer verder is een tweede refugio, daar is het 5000 meter hoog, en we gaan proberen daar naar toe te wandelen. Dat klinkt simpel, maar dat is het zeker niet: op deze hoogte ben je na een paar stappen al buiten adem, we lopen stapje voor stapje als oude mensjes.

Niet iedereen gaat mee, ook Litty keert na een tijdje terug omdat ze last heeft van de hoogte. Johan zet wel door, ook al heeft hij “een hartslag van 5000”, en vindt hij de berg “5000 meter te hoog”. Het is bewolkt, maar af en toe komt de bergtop tevoorschijn en dan hebben we een schitterend gezicht op de sneeuw! Bij 5000 meter zijn we zelf trouwens ook (eindelijk) in de sneeuw. Boven in de refugio kun je een stempel in je paspoort laten zetten, en je kunt er coca-thee bestellen (ook chocolademelk en soep, het lijkt wel een ski-gebied hier). We gaan nog even op de foto met het bordje 5000 meter.

Als we weer dalen, komt Litty ons tegemoet; zij was het wachten zat. Ze is geklommen tot 4990 meter (op de GPS van Wim, die bij de refugio op 5036 meter stond!), maar moet helaas wel met ons mee terug naar beneden, het is tijd om te gaan fietsen!vier mountainbikers

’s Morgens hadden we in Riobamba allemaal een fiets uitgezocht, en daarmee mogen we nu naar beneden! Eerst krijgen we nog een lekker broodje en een kop thee, dan kan de fietskleding aan: bivakmuts, helm, handschoenen – we hebben ook nog een dikke overbroek gekregen, maar die is niet nodig. We waren gewaarschuwd voor koude wind en striemende hagel, maar wij treffen redelijk goed weer, droog en af en toe zon.

De totale route is 37 kilometer, van 4800 meter omlaag tot 2950 meter, waarvan de eerste 8 kilometer over onverharde weg. Dat deel is ook best steil, en er zitten flink wat hobbels in de weg. Al na een paar kilometer ‘crasht’ Litty: ze slipt weg en valt vervelend hard op de grond – pijnlijke knie, en een wond boven haar lip. Wat een pech! Gelukkig rijdt onze bus er vlak achter, ook mensen van de fietstour, en wordt ze meteen geholpen. Litty fietst niet verder, ze volgt de fietsers vanuit de bus en maakt foto’s.fietsers

Wim en Anneke reden eerst achter Litty, als Litty goed in de bus zit, fietsen zij voorzichtig verder. Schitterende uitzichten. Eerst rijden we over kale berghelling, maar langzaamaan komt er meer begroeiing. Opeens steken enkele vicuña’s vlak voor Wim de weg over, een mooi gezicht! Terug op het asfalt komen we in een groen berglandschap, en nog weer lager rijden we langs wat dorpjes. Na twee uur zijn we bij het eindpunt van de fietstocht.

Johan is met de voorhoede meegereden, en zonder problemen beneden gekomen: “Ik vond het fietsen leuk maar koud”.

We eindigen op een kerkplein, hier verzamelen zich ook steeds meer indianen: er gaat een kerkdienst beginnen. Wel een mooi gezicht, veel mensen in felgekleurde kleding. Ook wel indrukwekkend, dat er zóveel mensen staan te wachten tot de kerkdeuren opengaan.kampvuurdans

’s Avonds bij het hotel krijgen we een ‘voorstelling’ van het personeel: dans rondom een kampvuur, met traditionele kleding, een masker en een brandende ‘stier’. De voorstelling is gebaseerd op een bekend volksverhaal. Het is een levendige voorstellig. Enkele "vrijwilligers" worden uitgekozen om enkele stukjes mee te dansen en mee te spelen. Er wordt ook nog een lantaarn opgelaten, zoiets zagen we in Laos met Oud&Nieuw, wel bijzonder om dat ook hier te zien.