Cochenille
geschreven door Johan
Cochenille is een soort luis, de schildluis. De schildluis leeft op cactussen in Zuid en Midden Amerika. De cochenille is een veelgebruikte kleurstof. De vrouwtjes van de cochenilleluis leggen eieren waarin de helemaal rood afgevende baby’s in een beschermende witte laag zitten. In die witte poederbolletjes zit roodpaarsachtig spul. Ook de vleugeltjes van de vrouwtjes geven rood spul. Deze vallen af als ze dood gaan. De vrouwtjes leven meerdere dagen, de mannetjes leven net lang genoeg om te kunnen paren. Op deze foto zie je het rood dat er uit komt als je in de bolletjes wit knijpt.
De
cochenille wordt veel aangebracht op cactusplantages, 80 procent van de
wereldproductie komt uit Peru. Wij hebben ook heel veel schildluisplantages
gezien, in de Colca Canyon, bij de woestijn in Nazca en boven de 3500 meter. De
plantages zijn ook op hellingen waarvaan ik vind dat ze niet te belopen zijn. De
cactussen zitten helemaal vol met die witte bolletjes dat ziet er zo uit. Ik
vind het interessantere plantages dan rubber!
Als je zo’n eitje een paar minuten vasthoudt gaat de witte beschermlaag er af en
hou je een skeletje over. Dat ziet er erg smerig uit!!!! Ik vraag me af hoe ze
de cochenille zouden vervoeren, als je ze ook maar een beetje schudt barsten ze
al open. Ze stoppen er vaak nog wat troep bij zodat het een betere kleur wordt.
De oude inca’s kenden de cochenille al, er zijn doeken gevonden waar de cochenille de rode kleurstof is. Toen de Spanjaarden Peru veroverden namen ze de cochenille mee naar Spanje. Zo is de cochenille de meest gebruikte kleurstof ter wereld geworden.
In bijna al het rode eten zit cochenille, kijk maar eens op een etiket van tomatenketchup of aardbeienjam. Er staat dan E120 op (opmerking Wim: In Europa hebben kleurstoffen die mogen worden gebruikt in voeding een E-nummer en E120 is dus Cochenille). De cochenille wordt zoveel gebruikt omdat er heel weinig mensen allergie voor hebben. Voor de schilders is er een giftige kleurstof die beter tegen hout en kwasten kan.