Familie Helder op Reis: Jaartjeweg 2006 - 2007

Umbrië

Europa, week 14: 8 - 14 oktober 2006

Het is jammer dat het om zes uur al fris en donker wordt, maar het was een heerlijk zomerse week. Ook jammer dat de wegen steeds zo steil een heuvel opgaan, maar het landschap is schitterend. En de kinderen vinden het soms jammer dat papa elke kerk wil bezoeken, maar we komen veel leuke stadjes tegen.

Vanaf Assisi hebben we weer een paar dagen gefietst, het laatste deel van de route tot Rome. Veel (bijna alles?) van wat we zien wordt op de foto gezet, daar doen ook Litty en Johan graag aan mee. Geluiden, geuren en smaken proberen we ‘in ons hoofd’ te onthouden: het vele getoeter, de geur van kruiden die langs de weg groeien, de smaak van zoutloos brood en lekkere pasta-gerechten.

Zondag 8 oktober: Assisi, naar de stad

schuimOm 9 uur ’s morgens worden we met een busje van de camping naar het centrum van Assisi gebracht. Daar staat het plein al vol met grote touringcars, het stadje stroomt vol. Het is veel drukker en toeristischer dan 20 jaar geleden, maar het stadje is nog steeds vreselijk mooi en indrukwekkend. De meeste bezoekers zijn Italiaanse ‘bedevaartgangers’, en dat geeft toch een andere sfeer dan groepen Amerikaanse, Duitse of Nederlandse toeristen. Zie informatiestukje over Franciscus van Assisi.

Wij bekijken de belangrijkste kerken, enkele souvenirwinkeltjes, een parkje met het oude Romeinse theater en veel leuke straatjes. Litty vindt vooral de bovenkerk van de S. Francesco erg mooi, maar Johan vindt dat daar teveel fresco’s zijn; hij is meer onder de indruk van de Romeinse resten die je kunt zien onder de vloer van de dom. Onverwacht komen we ook nog bij een grote kerststal (waarbij ook andere scènes uit de bijbel werden uitgebeeld), een tentoonstelling van houten Maria-beeldjes en een expositie met foto’s van kinderen in Uganda. Om 7 uur ’s avonds met het busje weer terug naar de camping. Onze avondmaaltijd bestaat uit stukken pizza en nog een boterham in de tent, met wel een supergroot toetje: een reuze-schuimpje dat we samen opeten (totaalgewicht 3 ons).

Maandag 9 oktober: Assisi, fietstochtje in de omgeving (20,8 km)

Assisi

Eindelijk weer eens rustig uitslapen! Van een leegstaande verhuur-bungalowtent lenen we een tafeltje met 4 stoelen, en zo zitten we heerlijk in het zonnetje voor de tent te ontbijten. Nu ja, we zitten heerlijk, het ontbijt zelf is minder geslaagd want we hebben zoutloos brood…  Dat is gebruikelijk in Toscane, en ook hier in Umbrië, daarom had Wim speciaal om ‘zout brood’ gevraagd, maar als hier zout in zit is het wel heel weinig. Met kaas is het nog wel lekker – gelukkig hebben we ook nog wat crackertjes, die eten we met zoet beleg.

We blijven nog even rustig op de camping voor de was, bellenblazen, hars-vlekken van de tent verwijderen en wat lezen. Aan het eind van de ochtend stappen we op de fiets. We rijden een rondje langs drie kerken in de omgeving van Assisi. Rustige weggetjes met mooie uitzichten op de stad op de heuvel, soms ook opeens een steil weggetje. Er wordt hier ook veel gewandeld ‘in de voetsporen van Franciscus’. Gisteren zagen we al het graf van Franciscus, zijn mantel en zijn ouderlijk huis, nu ook het hutje waarin hij woonde, het klooster van Clara waar Franciscus het Lied van de Schepping schreef, het kerkje dat hij opbouwde en de plek waar hij stierf. Op elk plekje een picknick-stop, en genieten van de andere bezoekers en vele monniken en nonnen die we zien.

Rond half 7 terug op de camping; we eten weer aan ‘ons’ tafeltje, trui en lange broek aan want het wordt niet alleen donker maar ook vrij fris.

Dinsdag 10 oktober: van Assisi naar Bastardo, 40,9 km gefietst

Koude nacht, maar als rond een uur of 8 de zon over de heg komt schijnen, warmt het snel op.

We weten niet of we deze reis nog eens zullen kamperen – we genieten nog eens extra van een ontbijtje bij de tent, en ruimen dan de boel op.

De eerste paar kilometers hebben we nog zicht op Assisi; daarna volgen we een weg naar Spello. Zoals alle stadjes in Umbrië ligt ook Spello op een heuvel. We zetten onze fietsen bij de stadspoort, en gaan dan twee aan twee het stadje in terwijl de anderen brood eten. Eerst Anneke met Johan: Johan kiest een route kris-kras door het stadje, door smalle, steile straatjes. Later gaat Wim met Litty, en dan fietsen we samen weer verder.

We hadden voor vandaag een korte etappe gepland, tot Bevagna, maar daar blijken de hotels vol. We houden er wel pauze bij de fontein op het kerkplein, en rijden dan een plaats verder. Dat is helaas wel nog een flinke heuvel over, tot 401 meter hoog. Op weg naar boven wordt Litty een stukje geduwd door een passerende Italiaanse wielrenner. Bastardo is geen bijzonder leuk plaatsje, maar er is wel een hotel, én een pizzeria.

Woensdag 11 oktober: van Bastardo naar San Gemini Fonte (Carsulae), 37,4 km gefietst

Na een ontbijt op onze hotelkamer gaan we op stap. Direct weer klimmen, een heuvel over op weg naar Massa Martana. Dit keer over 550 meter. Mooi landschap, met veel olijfboomgaarden. Na de klim gelukkig ook een mooie lange afdaling. We stoppen bij twee oude kerkjes, waar Wim wat foto’s maakt. Daarna weer langzaam omhoog tot Aquasparta. In de Romeinse tijd waren hier hete bronnen, en we hadden gehoopt dat het nu nog een termenbadplaats zou zijn maar helaas. Dan hebben we ook geen zin om hier te blijven overnachten. We lopen met onze fietsen door de smalle straatjes in het centrum, eten brood op een rustig pleintje en keren dan terug naar de weg. We willen doorfietsen naar San Gemini, en vandaar morgen naar de opgravingen van Carsulae. Carsulae ligt iets naast de route, aan de afslag naar Cesi. Als we daarlangs fietsen, wijst Anneke de afslag aan maar Wim denkt dan dat de route zo gaat en slaat linksaf. Johan en Litty erachteraan, en Anneke dan ook maar. Het blijkt een flinke klim, en als we bij Carsulae aankomen is het eigenlijk al te laat voor een lang bezoek – dus kijken we alleen van afstand, en besluiten toch morgen terug te keren. Wel jammer van de extra klim die we nu moesten maken “linksaf naar Cesi”. Vanaf Carsulae dalen we terug naar de route en zijn dan ook direct bij een hotel in San Gemini Fonte. We krijgen een mooie suite met twee slaapkamers en een badkamer.

Dankzij de klim naar het centrum van Aquasparta en het ommetje langs Carsulae hebben we vandaag in totaal ruim 400 meter geklommen, dat is minstens zoveel als tijdens een bergetappe…

Donderdag 12 oktober: San Gemini: naar Carsulae

CarsulaeEen rustig dagje vandaag. Na het ontbijt blijven Anneke, Litty en Johan op de kamer om schoolwerk te doen; Wim loopt naar het dorpje San Gemini ruim 2 kilometer van ons hotel onderaan de berg voor boodschappen.

Direct bij het hotel begint de (steile) Via Carsulae, het is dan maar 900 meter lopen. Carsulae was een Romeinse stad langs de Via Flaminia, die in verval is geraakt toen de Via Flaminia iets naar het oosten is verlegd. Nu kun je er de restanten zien van een stadspoort, het forum, tempel, grafmonumenten, theater en amfitheater, badhuis, waterput, huizen en winkeltjes en nog een heel stuk geplaveide weg van de Via Flaminia. We lopen hier een paar uur rond, heerlijk rustig want er is slechts een handjevol andere bezoekers.

Ons hotel staat in San Gemini Fonte – er is een bron waar mineraalwater gewonnen wordt. Daarbij is een groot park, maar dat is nu helaas gesloten, “tot mei” vertelt een mevrouw – jammer, want het park ziet er mooi uit en het is heerlijk park-weer. Dan gaan we maar een ijsje eten op het terras van een barretje naast ons hotel.

Terug in het hotel maken Litty en Johan hun schoolwerk af, en werken we het reisverslag bij. Daarna serveert Anneke met hulp van de waterkoker en Wims boodschappen een Italiaans viergangendiner: antipasti (tomaatjes), primo piatto (tortellini), secundo piatto (stuk pizza) en dolce (yoghurt met cruesli).

Vrijdag 13 oktober: van San Gemini naar Calvi dell’Umbria, 36,2 km gefietst

Het mineraalwater van San Gemini wordt ook in allerlei andere drankjes verwerkt, merken we vandaag aan het ontbijt: op het buffet staan flesjes San Gemini-bananendrank. Die willen we natuurlijk wel uitproberen, maar het is niet superlekker.

De tocht begint met een afdaling (het is dan nog fris), gevolgd door een klim naar het centrum van San Gemini zelf (daar worden we wel warm van. Wim was hier gisteren al. Het is een leuk stadje, met enkele kleine winkeltjes. We doen inkopen bij een “Non sole Pane” (die heeft lekkere anijskoeken) en een “Alimentari”. Ook verder is het vandaag weer een heuvelachtige route: in totaal 471 meter geklommen. De route tot Narni gaat over een vrij drukke weg. We stoppen even bij de resten van een oude Romeinse brug, heel indrukwekkend, zo’n hoge boog.

In Narni een lange pauze. We zitten een tijd op de trappen van de dom en genieten van het leven op het plein (fontein met duiven, toeterende autootjes, verkeersagent, Italianen met pizza-doos, mensen op een terrasje). Ook lopen we wat door de straatjes en bekijken enkele kerken. Elk stadje heeft hier wel een kerk uit de 11e eeuw. Vaak met mooi versierde kapitelen en fresco's. Soms is de kerk van binnen voorzien van een barok interieur.

Daarna volgt nog een stuk langs erg mooie route, maar wel flink klimmen en dalen.

Het is al kwart voor 7 als we Calvi binnenrijden, de lucht is schitterend rood van de ondergaande zon. Het was niet ver vandaag, maar zelfs Johan is moe. Gelukkig rijden we recht op de Albergo af en zijn er kamers vrij; we kunnen ook avondeten in het restaurant. Geen pizza’s op het menu, wel allerlei gerechten met bijzondere (fantasie?) namen, waarvan ook Anneke en Wim de Italiaanse toelichting niet goed begrijpen. Dan kiezen we allemaal maar iets uit waarvan we de naam leuk vinden klinken, en ruilen dan wat met elkaar. Verschillende pasta-schotels, gegrild vlees en eiernoedels, het smaakt ons allemaal goed.

Zaterdag 14 oktober: van Calvi dell’Umbria naar Fiano Romano, 48,7 km gefietst

CalviGisteravond in het restaurant was het druk, maar aan het ontbijt zijn wij de enigen. Er is weer veel zoetigheid, ook met echt brood. Johan eet voornamelijk fruit: een grote Granny Smith, wat druiven en een kwart perzik van Anneke – zo wil hij elke dag wel ontbijten!

Na opladen van de fietsen lopen we nog een stukje het stadje in, en rijden dan weg. Eerst vooral dalen naar het Tiberdal, maar ook vandaag weer veel klimmen om aan de andere kant het Tiberdal weer uit te komen. Vooral het stuk naar Ponzano Romano is flink steil, tot 12% volgens ons routeboekje, daar moeten we om de paar honderd meter even uitpuffen. Mama en Litty lopen ook sommige stukjes. Toch schieten we aardig op vandaag, dus kunnen we gemakkelijk vóór donker doorrijden tot de camping van Fiano Romano. Daar huren we voor 2 nachten een Mobil Home, een soort stacaravan met 2 slaapkamers. Op de camping zijn grote trampolines, en Litty en Johan zijn wel moe van het fietsen, maar niet te moe om te springen! Er zijn hier op de camping veel kinderen, ook Nederlandse: het wordt herfstvakantie-tijd!