Familie Helder op Reis: Jaartjeweg 2006 - 2007
We zijn de Apennijnen over! Rome komt steeds dichterbij, en we beginnen ook wat meer na te denken over het vervolg van onze fietstocht (door Azië) en over de dagen dat we straks in Nederland zijn. Maar eerst genieten we nog volop van het heuvelland van Toscane en Umbrië, waar Wim en Anneke samen al eerder fietsten. We hebben inmiddels al heel wat typisch Italiaanse dingen gezien onderweg.
Veel fietsdagen deze week, van hotel naar hotel want langs dit deel van de route zijn de campings schaars. ’s Morgens en ’s avonds wordt het wat frisser maar overdag is het nog heerlijk zonnig zomerweer.
Het is niet bewust zo gepland, maar vaak hadden we op zondag een rustdag. Nu weer eens op zondag fietsen, maar ook dit wordt een rustige dag. Als we aan de zuidrand van Ravenna in de verte een kerk zien die ook mooie mozaïeken heeft (S. Apollinare in Classe), willen Litty en Johan daar graag nog wel drie kilometer voor omrijden, ze hebben goede herinneringen aan gisteren. Het wordt een ontspannen bezoek. Om onduidelijke redenen is de kassa gesloten en kunnen we zó naar binnen lopen; het is een schitterende basiliek en buiten op het pleintje zitten we rustig in de schaduw voor wat eten en drinken. Ook de rest van de dag is ontspannen: loom warm zomerweer (wat zal het hier midden in de zomer dan vreselijk zijn!), rustige route, de Apennijnen komen steeds dichterbij maar wij fietsen nog vlak. Onderweg zien we reuze-denneappels en veel kastanjes, dat geeft toch een beetje herfst-sfeer.
Als we op een dorpspleintje brood zitten te eten, stopt ineens een auto en krijgen we van een man twee handenvol appels en kiwi’s – uit zijn gebaren begrijpen we dat hij het fruit net geplukt heeft uit de bomen achter ons, en daarvan deelt hij uit – wat een aardige verrassing! De ‘appels’ blijken trouwens een soort peren te zijn, in de vorm van een appel.
We willen stoppen bij een Bed&Breakfast, maar die is ook al gesloten (einde seizoen…). De volgende overnachtingsplek op de route is 15 km verderop, dat halen we niet meer vóór donker, dus rijden we een paar kilometer van de route af naar Cesena, een grotere plaats met meer overnachtingsmogelijkheden. Als we tegen zevenen bij een hotel aankomen, is de zon al helemaal rood maar het is nog wel 25°C.
Weer een (bijna té) warme zomerse dag in oktober.
Ons was een goed ontbijt beloofd in dit hotel – misschien wel twéé broodjes, denken we dan, of zouden we misschien chocoladepasta krijgen in plaats van jam (in Trento moest je daarvoor 80 cent extra betalen…)? Nu, er blijkt geen enkel vers broodje te zijn, ook niets hartigs, maar wel een tafel vol verpakte zoetigheden en crackers; ook vruchtensap, fruit en cornflakes.
Nu we toch in Cesena zijn, wil Wim graag even naar de bibliotheek – de oudste openbare bibliotheek van Europa, met een boekenzaal die er nog net zo uitziet als 500 jaar terug, ongeveer zoals in de Librije in Zutphen. Wim gaat kijken met Litty en Johan, en krijgt dan een privé-rondleiding van een enthousiaste medewerker die allerlei leuke details aanwijst. Litty heeft een miniatuur ontdekt met papegaaien; Johan vindt een miniatuur met een kerststal (mét koe) het mooist.
Bij een bakker kopen we brood en een zak koekjes in allerlei kleuren: niet alleen licht- en donkerbruin, maar ook gifgroen, hardroze en knalgeel. Dit experiment is wel geslaagd: het blijken lekkere anijskoekjes te zijn.
Pas om 1 uur ’s middags fietsen we Cesena uit, terug naar de route. Op de kaart ziet het er uit als een weg langs de rivier de Savio, in de praktijk slingert het op en neer over de hellingen van de Apennijnen. Nu we de vlakte uit zijn, komen we de hele dag ook weer veel Italiaanse wielrenners tegen, die ons alleen of in groepjes voorbijracen en meestal vriendelijk groeten.
Aan het eind van de middag zijn we in Sarsina: we kopen koud drinken en koekjes (voor onmiddellijke consumptie), bekijken een mooi mausoleum, genieten van de gezellige drukte op het centrale plein, doen nog wat boodschappen doen en rijden dan naar het hotel vlak buiten het dorp. Maar help! Dit hotel is vol, een mogelijk alternatief ligt een stuk terug, langs een zijweg een eind de heuvels in, en het eerstvolgende alternatief langs de route is bijna 20 km verderop…!!!!
Wat nu? Blouse of trui aan en doorfietsen, besluiten we. Misschien niet de verstandigste keus, maar ook nu hebben we vreselijk veel geluk. We zijn nog geen kilometer ver, of we zien een handgeschreven bordje langs de weg: OSTELLO. Dat kan geen hostel/herberg zijn, dan hadden ze ons dat toch wel verteld? Maar Johan gilt “Stoppen!”, – laten we het in elk geval proberen. Camere libre? Si, si, bene! Ongelooflijk, een soort jeugdherberg met 20 bedden in een voormalig schoolgebouwtje. Er zijn twee vrouwen die we niet goed kunnen verstaan, maar ze zijn heel vriendelijk.
De boodschappen uit Sarsina komen nu goed van pas; op ons picknickkleedje maken we snel een maaltijd klaar en gaan dan slapen.
Eerst een ostello-ontbijt, met wat brood, geroosterd brood en ontbijtbiscuitjes, met jam en nutella.
Dan fietsen – meer wind, meer wolken, temperatuur rond de 20 graden. Eigenlijk wat te koud vandaag, vindt Wim. Gelukkig niet meer zo warm vandaag, vindt Anneke.
We volgen deze dagen de oude hoofdweg van Ravenna naar Rome; het meeste verkeer rijdt tegenwoordig over een nieuwe snelweg, dus deze weg is lekker rustig. Het grappige is dat op de fietskaarten die Litty en Johan in hun stuurtas hebben, onze fietsroute met een dikke rode streep staat aangegeven – de kaarten zijn minstens 20 jaar oud, toen bestond de nieuwe weg nog niet en was dus onze fietsroute een drukke verkeersweg.
We fietsen vandaag maar een klein stukje, en hebben dan een halve ‘rustdag’ in Bagno di Romagna. Het eerste hotel waar we gaan informeren is (tot eind oktober!!) volgeboekt, hier is niets te merken van einde seizoen. Veel oudere mensen, veel in trainingspak, een populaire termen-badplaats.
’s Middags tijd voor schoolwerk; Wim loopt het stadje door en wandelt een kabouterpad door de heuvels van het stadspark. Bagno heeft kabouters als symbool geadopteerd. Langs het pad staan allemaal leuke kabouterhuisjes en beeldjes van herten, een wolf en andere sprookjesdieren. Erg leuk. Als Wim weer terug is eten we op onze kamer.
’s Avonds gaat het vreselijk stormen, ook met regen.
Koekjes, cake, amandelbiscuit, appeltaart, bladerdeeg, crackertjes, chocoladecroissantjes, pruimencompôte, vruchtenyoghurt, anijshagel en zowaar ook nog één schaaltje brood en een schaal kaas en ham – na zo’n ontbijt moet je wel de hele dag ‘kuren’ om de calorieën weer kwijt te raken! Wel een goede basis voor onze bergetappe de Apennijnen over.
Buiten loopt bijna iedereen in lange broek en winterjas. Er zijn zelfs mensen die een shawl voor hun gezicht hebben geslagen vanwege de koude wind. Wij rijden zoals gewoonlijk weg in korte broek en T-shirt.
Na het eerste deel van de klim houden we koffiepauze. Een winkeltje maakt reclame voor “Pane Toscane” – dan zijn er blijkbaar toch mensen die het zouteloze Toscaanse brood lekker vinden; van ons hoeft het niet zo!
Vanaf de rust is het even dalen en dan nog enkele kilometers klimmen door een schitterend verlaten berglandschap. Bovenop de pas staat een bordje: “Valico di Montecoronaro, 865 m”. Dit is een waterscheiding net als in de Alpen. De ene regendruppel hier daalt af naar de Adriatische zee, de andere naar de Middellandse Zee. Hier in de buurt ontstaat de Tiber; even later zien we die voor het eerst. Het is dan nog een smal ondiep stroompje.
In Sansepolcro is het weer even zoeken. Hotel nr 1 is vol, bij nr 2 zijn er alleen kamers op de 3e verdieping, zonder lift en zonder fietsenberging, en nr 3 is wegens verbouwing gesloten. Gelukkig is er ook nog nr 4, een hotel met pizzeria ernaast. Daar gaan we eten, Johan kiest een pizza met truffels (die worden hier in Umbrië veel gevonden) en Litty Calzone con Nutella.
Ook op een rustdag als vandaag gaat de wekker om half 8, want om 8 uur is het ontbijt.
Na het ontbijt terug naar de kamer, rustige ochtend. Litty en Johan willen graag schoolwerk maken “niet dat ik het echt leuk vind, maar het moet toch en dan hoeft het tenminste een andere keer niet”. Wim voegt een heleboel nieuwe foto's toe aan de webpagina's.
Rond de middag gaat Wim met Litty en Johan naar het buitenzwembad bij het hotel. Dat ligt in de zon en erg beschut. Daardoor is het rond het zwembad erg lekker. Het water is wel wat fris. Er is een hoepel, waarmee Litty en Johan allerlei kunstjes instuderen. Anneke gaat ondertussen boodschappen doen, en als ze terugkomt krijgt ze een mooie voorstelling “aqua fitness” te zien. Daarna gaan we brood eten op het terras bij het zwembad.
Later in de middag lopen we we naar het centrum van het ommuurde stadje. We lopen wat door de straatjes en kijken rond in de dom. Bovendien gaan we naar een internetcafé. Dan terug naar het hotel om te eten.
Voor vertrek plakt Wim eerst de band van de fietskar; hij vindt ook de boosdoener, een grote scherpe doorn. Lekker fietsweer, vrijwel vlakke route, we schieten lekker op. Onderweg passeren we enkele malen de Tiber. We stoppen even in Citta del Castello, om wat gevels te bekijken en de dom. Ook Citta di Castello is een ommuurde stad.
In Umbertide vinden we een hotel buiten het centrum. We zijn er lekker vroeg, dus is er tijd voor een spelletje. Zo wordt het toch weer laat (half 10) voor de kinderen gaan slapen.
Zoet hotel-ontbijt, foto-stop in centrum van Umbertide, en dan begint een mooie tocht door de heuvels. Niet ver buiten de stad ligt bij een pittige heuvel tussen de de dennenbomen een oude abdij met een mooie toren. Die moet natuurlijk op de foto. Daarna dalen we weer naar het Tiberdal. “See you in Rome”, zegt Johan tegen de waterdruppels in de Tiber – wie zou er eerder zijn? Uitzicht op heuvels rondom met cypressen, een kerk of een landhuis, tabaksplantages, modderige Tiber, zomaar wat gele of paarse bloemen in het veld, een eekhoorn op ons pad. Af en toe een drup. Bij een voorstadje van Assisi doen Anneke en Johan boodschappen. Wim en Litty kijken om de beurt even rond bij het stukje met historische huizen waar we onze fietsen hebben neergezet. Al vast een voorproefje van het echte Assisi. Weer op weg moeten we schuilen voor een bui. Wat jammer nu, we zouden eindelijk weer eens gaan kamperen, dan willen we natuurlijk wel mooi weer!
Vanuit de verte zien we Assisi al liggen, schitterend op de heuvel. We rijden niet de heuvel op, maar gaan naar een camping beneden in het dal. Als we aankomen regent het weer - willen we echt kamperen, of liever in een huisje op de camping? Maar de weersvoorspelling is prima en onze tenten moeten hoognodig gelucht worden want ze zitten al meer dan een week vochtig in de tassen. Wim en Anneke zetten de tent op terwijl de kinderen zich vermaken in een grote ruimte met dak erboven maar zonder muren. In de loop van de avond wordt het gelukkig droog.