Familie Helder op Reis: Jaartjeweg 2006 - 2007
We zijn in Oostenrijk! We zijn ook al in Zwitserland en Liechtenstein geweest – én we hebben de route van boekje 1 voltooid! (de route naar Rome is in drie boekjes beschreven; vanaf Bregenz tot Noord-Italië volgen we boekje 2)
Na de Schwäbische Alb is het rond de Bodensee makkelijk fietsen; we rijden vrijwel vlak met rondom uitzicht op de bergen. Zie het info-stukje over de Bodensee.
Het weer is deze week helaas erg wisselvallig, dus voor zwemmen, zeilen of kanoën op de Bodensee moeten we hier gewoon nog maar eens terugkomen; nu trekken we verder de Alpen in.
Regen, regen, regen, we blijven lekker in de tent: boekje lezen en verslag schrijven voor de website. Een heerlijk rustig dagje. Aan het eind van de middag is het dan toch droog, en lopen we naar het meer (direct aan de camping). Wát een hoge golven, het lijkt nu echt een zee, enkele surfers trotseren de golven maar hebben moeite overeind te blijven. Stenenstrand met ronde stenen in allerlei kleuren; we rapen een paar mooie op voor een foto. Als Johan twee grote stenen tegen elkaar slaat, ketst er een stukje af – kijk, zo maakten de Neanderthalers hun gereedschap! Enthousiast blijft Johan de steen verder bewerken, tot de anderen hem vragen te stoppen omdat ze het getik aan hun oren zat zijn,
Omdat we vandaag al genoeg in de tent gezeten hebben, besluiten we maar in een restaurantje te gaan eten. In het centrum van Kressbronn vinden we een restaurantje met een menukaart in Schwäbisch dialect – Litty en Johan kiezen een Pfannekuacha, dat blijkt een dikke eierpannekoek – lekker, maar wel groot en veel!
Over een onverlicht fietspad lopen we in het donker terug naar de camping – zo eindigt deze regendag toch nog met wat avontuur.
Zon! Zo kunnen de tenten weer droog de fietstas in. Vandaag een korte etappe. Onderweg stoppen we in Lindau (zie foto). Het oude centrum van Lindau ligt op een eilandje in de Bodensee (met een dam en brug kun je ernaar toe). Brood eten bij het haventje, bij de vuurtoren. We lopen ook nog even met de fiets aan de hand door het stadje, met vele mooie huizen.
Vlak voor Bregenz passeren we de grens: we zijn naar Oostenrijk gefietst! Volgens Johans kilometerteller hebben we ruim 850 km in Duitsland gefietst; Litty’s teller is vandaag de 1111.1 km gepasseerd. Als Anneke boodschappen gaat doen, merkt ze het verschil. Hier geen Bodensee-yoghurt meer (in Duitsland in verschillende smaken te koop in literemmertjes), maar bijvoorbeeld wel Oostenrijkse snoepjes (Wiener Manner) en Zwitserse Appenzeller koeken.
Wim wacht met de kinderen langs het meer – de golven spatten hoog op tegen de kade, Johan rent steeds naar een plek waar een golf aankomt en hij geniet als hij een keer op tijd is om natgespat te worden! Wim wordt ondertussen ondervraagd voor een enquête: of hij weet dat het EK Voetbal 2008 in Oostenrijk is (ja, nu je het zegt…) en of hij speciaal daarom nu hier op vakantie is (zouden er werkelijk mensen zijn die hier naar waarheid JA op antwoorden?)
Een verslag van Litty
Als we opstaan horen we de hele tijd de kerkklokken, Die blijven maar doorgaan soms houden ze heel even op maar dan gaan ze gelijk daarna weer verder. Het blijkt Maria hemelvaart te zijn. Alle winkels zijn dicht en er staat nergens dat de winkels gesloten zouden zijn. Gelukkig hebben we gisteren veel eten gekocht.
We gaan naar het dalstation van de Pfänder (kabelbaan). Dan gaan we omhoog met een cabinelift, tot 1064 meter hoog. De lift was niet erg leuk omdat die heel erg vol zat dus kon je niets zien. Als we boven zijn gaan we daar een rondwandeling doen die een gezinswandeling heet. De wandeling is toch wel lastig voor een eerste bergwandeling sinds tijden. De rondwandeling gaat door een wildtuin. In de wildtuin zijn allemaal beesten zoals marmotten en herten.
Er zijn op de Pfänder ook veel mieren met hele grote mierenhopen van wel meer dan anderhalve meter!!!! De mieren verzamelen alle kruimels die we laten vallen en die brengen ze mee naar hun mierennest. Als je grote stukken brood laat vallen komen de mieren er met z’n allen op af omdat het anders te groot en te zwaar voor ze is.
Weer terug in de stad lopen we langs de Seebühne, dat is het toneel –boven het water- van de Festspiele. We willen er wel heen dus gaan we naar de kassa van de Festspiele om te vragen of er nog kaartjes zijn voor vanavond. De Bregenzer Festspiele deze zomer is een opera die De Troubadour heet van Verdi, met muziek door het heel bekende Wiener Philarmoniker orkest (ik had er nog nooit van gehoord).
We gaan nog snel even naar de camping om warmere kleren te halen. De voorstelling is namelijk buiten en omdat het vandaag eens helder weer is, koelt het natuurlijk snel af. We eten nog snel broodjes worst.
Het begon om 9 uur ’s avonds. De voorstelling was erg mooi met echt vuur en ze gingen ook met fakkels zwaaien!! Er deden wel 400 mensen mee. Iets minder was dat het zingen in het Italiaans was en we er dus niks van konden begrijpen. De stukjes waarin ze alleen maar aan het zingen waren en er niks gebeurde waren minder leuk. Gelukkig gebeurde er meestal wel wat.
Uitslapen. Het is niet echt droog, maar gelukkig heeft deze camping een ‘verblijfsruimte’ waar je kunt zitten en eten – daar gaan we ontbijten, en daar maken de kinderen later ook hun schoolwerk voor deze week. Met een “Schul-Maus” erbij, vanwege de eerste schooldag in Oostenrijk (een tussendoortje voor mee naar school, ook maandag in de winkel ontdekt).
Op deze camping veel naaktslakken, ook op en in de tent – de eerste keer denk je dat je in een kleverig afgesabbeld snoepje grijpt, maar daarna let je goed op als je iets uit de tent wilt pakken of bijvoorbeeld de rits van de tent wilt openen.
‘s Middags lopen we naar de stad, voor boodschappen en internetcafé. Op de terugweg sprokkelen we wat hout, want bij de camping aan het strand zijn stookplaatsen, en daar willen we een vuurtje stoken. Het wordt een mooi groot vuur, broodjes bakken lukt niet helemaal (de ene kant zwartgebakken, de andere niet gaar – toch ook een paar lekkere happen), maar we hebben ook worst, crackertjes en rauwkost – en geroosterde marshmellows als toetje.
Al een paar dagen laat naar bed, nu kost het moeite om op gang te komen. Tent afbreken, spullen inpakken. Het is vandaag zonnig en warm, weer echt zomer!
Eerst nog een stukje langs de Bodensee, dan langs de Rijn. Net als in Nederland is hier een Oude Rijn (kronkelig natuurgebied), en ook een Nieuwe Rijn (gekanaliseerd stuk). Nog wel andere fietsers, maar lang niet zo veel trekkers meer met bagage – je kunt wel merken dat we niet meer langs de Bodensee-route fietsen!- Bij een brug rijden we even 100 meter van onze route af, de Zwitserse grens over.
Om ons heen worden de bergen steeds hoger, maar wij fietsen vlak.
Als Johan tussen de middag een plasplekje zoekt, staat hij ineens oog in oog met een slang! Die zit twee meter hoog óp een boomtak, een echte grote slang van een meter lang en best dik. Een adder? Dit hadden we niet echt verwacht in Oostenrijk.
De camping bij Feldkirch hoort bij een mooi openluchtzwembad met glijbanen. Zodra de tenten staan gaat Wim daar met de kinderen naar toe.
Het is trouwens maar goed dat we nog wat voorraden in de fietstas hebben, want de hele dag hebben we geen winkel gezien. De campingkiosk verkoopt wel ijsjes als toetje, van het merk Eskimo. Ook met Ola-logo, net als we in Duitsland Langnese-ijs hadden.
De dag begint met regen, dus we beginnen rustig met ontbijt in de tent. Dan op de fiets naar het postkantoor want daar zou een pakje voor ons zijn: we hebben genoeg punten verzameld voor een prijs van de GGVSPRQuiz! Joepie! Er zit een piepklein kaartspelletje bij, Duits Zwartepieten, dat gaan we direct spelen en zo een beetje Duits oefenen.
Terwijl Wim nog even naar de burcht loopt, gaan Anneke, Litty en Johan alvast boodschappen doen. Het is inmiddels lekker zonnig. We fietsen twee kilometer het dorp uit, naar een bemande douanepost van Liechtenstein. Vooral Litty lijkt het erg spannend om de douane te passeren – maar we worden niet gecontroleerd. We rijden een eindje Liechtenstein in, en vinden dan een schitterend lunchplekje, met mooi uitzicht op de bergen (waarschijnlijk staan die in Zwitserland; Liechtenstein is hier in het noorden niet zo breed).
Terug naar Oostenrijk, naar de camping, en dan met zijn allen nog een paar uur naar het zwembad.
Alweer een mooie zomerse dag, Om de kinderen te helpen bij het opruimen en inpakken, bedenkt Anneke een stappenplan. Stap 1: denk na welke kleren je vandaag aan wilt en welke je bij de hand wilt houden. Stap 2: leg die kleren op een apart stapeltje. Stap 3 … Het werkt wel, maar voor Johan gaat het niet snel genoeg, dus hij bedenkt een alternatief: stap 1: spullen inpakken; stap 2: naar Bludenz fietsen; stap 3: tent opzetten; stap 4: spullen in de tent en stap 5: slapen!
We gaan eerst weer langs het postkantoor, nu om een pakje weg te brengen: deel 1 van het routeboekje gaat terug naar Nederland, samen met ruim 100 verschillende kroonkurken, drie dvd’s met onze foto’s en video en wat folders.
Weer problemen met de stuurtas van Wim. De vorige noodoplossing met tie-rip heeft het begeven. Bij een pauzeplekje bij een mooie overdekte houten brug maken we een nieuwe constructie. Als ervaren fietskampeerders hebben we een voorraadje draadjes, klittenband en Leukoplast bij ons.
We rijden de hele dag langs rivier de Ill (hoofdletter i en dan dubbel-l). Bij een wegwijzer naar Illspitz bedenkt Litty: als je Ill leest als een Romeinse 3, is Illspitz eigenlijk net zoiets als Driebergen!
De Ill is een snelstromende gekanaliseerde rivier, die bij Feldkirch in de Rijn stroomt. Het water is melkwit door de leem. Af en toe fietsen we ook langs een bergmeertje met heel helder blauw water.
Vrijwel ongemerkt stijgen we zo tot 600 meter – alleen in Bludenz is er een steil klimmetje naar de camping. Bludenz is de stad van de Milka-fabriek – in de stad ruik je de cacao-lucht. Bij aankomst op de camping eerst dus maar even pauze met een Milka-traktatie.