Familie Helder op Reis: Jaartjeweg 2006 - 2007
Wekenlang liepen we van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat alleen in een shirtje en korte broek, maar nu is het fris en regenachtig. De truien die eerst alleen dienst deden als zachte opvulling van een kussensloop, worden nu ook weer als kledingstuk gebruikt: “Ik heb mijn hele kussen aangetrokken”, zei Wim.
Tussen de regenbuien door hebben we ook weer heel veel mooie, zonnige stukken gefietst en veel gedaan – we zijn nu aan de Bodensee, met uitzicht op de Alpen!
Het regent een beetje als we vertrekken uit de jeugdherberg. Onderweg stop voor koffie met baklava in een Grieks restaurantje aan de route. In de zon fietsen we weer verder.
Vandaag de zwaarste klim van eerste deel van de route naar Rome, volgens het boekje tot 734 meter hoog, naar de Schwäbische Alb. Het gaat niet makkelijk, maar we komen allemaal fietsend boven. Helaas geen mooi uitzicht.
Het laatste klimmetje naar de camping (tot over 800 m) is extra steil, dan lopen we een stukje. Als we de tent opzetten, begint het weer te regenen. We eten in het campingrestaurantje, waar ook andere Nederlandse fietsers zitten. De mensen van de camping vertellen dat het hier in juni nog gesneeuwd heeft, dus het kan altijd erger…
Het verslag van vandaag is geschreven door Johan.
We gaan vandaag naar de Bärenhöhle. Dat is een grot waarin holenberen leefden. De grot is gemaakt door een rivier en is een druipsteengrot met stalagmieten, stalactieten en zuilen. De grot is ontdekt doordat iemand zijn tabaksdoos in een gat liet vallen en hij vroeg zich af waar die was gebleven. Hij heeft zijn tabaksdoos nooit gevonden maar heeft wel de grot ontdekt.
Nu is het een toeristenlokker met een pretpark. Het pretpark was voor ukken dus daar gingen wij niet in.
Na de grot gaan we naar de rodelbaan. Daar kan je met een sleetje op wielen van de berg af roetsjen. Bij de rodelbaan word je met een skilift omhoog getrokken en bovenaan losgelaten en dan ga je zo hard als je durft naar beneden.
Eerst ging ik met ma. Dat ging een beetje sloom. Voor de haarspeldbochten moet je vaart minderen want anders vlieg je uit de bocht. De tweede keer ging ik met pa. Die remde alleen voor de bocht dus vlogen we er bijna uit (commentaar Wim: Johan overdrijft hoor).
In de winter wordt de heuvel gebruikt als skihelling. Terug op de camping gingen we nog zwemmen. Het water was wel koud.
Een schitterende fietsdag, mooie route langs riviertje de Lauchert, picknick op een groot zonnig grasveld met uitzicht op rotsen.
We hebben een nieuwe pot Nutella, met een deksel met “Stadion feeling” zoals we ook al bij Achim en Carmen zagen: er staat een voetbalplaatje op, en er komt een echt stadion-geluid uit. In Duitsland geen oranje-gekte voor het WK Voetbal, maar toch wel allerlei extra’s.
Litty’s kilometerteller gaat vandaag over de 1000 kilometer, dat betekent dat we meer dan 1000 km verwijderd zijn van Delft (Litty telt alleen de fietsdagen met bagage)!!!
Het slot van Sigmaringen steekt hoog uit boven de stad – gisteren al een mooi gezicht toen we de stad naderden. Nu lopen we er vanaf de camping naar toe.
Het is het slot van de Hohenzollern-familie, van oorsprong een middeleeuwse burcht met veel latere uitbreidingen. Er is een rondleiding (in het Duits) door zalen met portretten van de Hohenzollern-famile, een oude badkamer, kleedkamer, dames-kamer (in lichte rococo-kleuren), herenkamer (donker, maar wel met spelletjestafels met schoolbord op tafelblad zodat je de score op kon schrijven), en er zijn heel veel ridderharnassen, wapens en jachttrofeeën.
Halverwege de middag zijn we terug op de camping. Daar begint voor Litty en Johan de eerste ‘schooldag’. In Delft hebben de scholen weliswaar nog twee weken vakantie, maar wij beginnen nu en kunnen dan straks extra lang herfstvakantie houden. De kinderen zijn ook wel nieuwsgierig naar het lesmateriaal dat Papa nu al vier weken met zich meesleept in de fietskar. Voor Johan is dat min of meer bekend schoolwerk voor groep 7, met een aardrijkskundeles over bergroutes door Europa. Zelf gaan we straks over de Arlbergpas en de Reschenpas - maar in het boek wordt de fiets niet genoemd als vervoermiddel (wel vliegtuig, trein en auto). Voor Litty is er onder andere een wiskundeboek en een boek over Rome. Bij zo’n eerste schooldag in Duitsland hoort natuurlijk een Schul-Tüte, een puntzak met speeltjes en snoepgoed.
Het verslag van vandaag is geschreven door Johan.
Vandaag begint het met veel regen en kou. Ontbijten doen we maar in de tent want het regent. Een tijdje later klaart het wat op. We hebben de spullen al ingepakt om met de trein naar een museum te gaan. Toen zeiden we zullen we toch maar kanoën. Iedereen was meteen enthousiast. Pa ging ons maar snel aanmelden want anders konden we niet meer mee. We gingen met twee Canadese kano’s, Ma en Litty in de ene en Pa en ik in de andere.
We werden met een busje ergens gedumpt en moesten terug kanoën naar de camping. In het begin was het leuk maar na een tijdje begon het te plenzen, help! We konden gelukkig schuilen onder een brug. Wij kwamen maar niet precies onder de brug en Pa kanode als een gek om ons onder de brug te krijgen maar dan kwamen we er aan de andere kant weer onderuit en werden we alsnog nat. Ma en Lit zaten wel droog, maar Litty zat met haar hoofd tussen de takken dus dat was ook niet echt ideaal.
Toen het droog was gingen we weer verder. Het leukste waren stukjes vlak langs de rotsen of door een stroomversnelling. We moesten ook twee keer de kano eruit tillen om langs een soort dam in de rivier te gaan (een Wehr). Bij een flinke stroomversnelling wilden Ma en Litty net als wij links langs een boomtak, maar ze kwamen rechts en gingen toen achterstevoren, knal tegen een boom midden op de rivier en pas na een hele tijd konden ze weer omdraaien recht vooruit. Wij gingen links, maar kwamen daar wel vast te zitten op de stenen want het was superondiep.
Bij een derde dam was een Bootsrutsche. Daar kon je in de kano blijven zitten en dan met een soort glijbaan naar beneden roetsjen, dat was superleuk!!!!!!!! Na de bootrutsche nog een paar honderd meter of zo. We gingen op de camping snel de tent in want het was koud bibber bibber.
We fietsen een stuk langs de Donau, dan door de heuvels. Af en toe schuilen voor een bui. Stop bij het Römer-museum in Mengen, met Romeinse kleding die je aan mag trekken en Romeinse spelletjes.
We willen in twee dagen naar de Bodensee fietsen, maar hebben voor vandaag geen vast eindpunt gepland. Bij de afslag naar Pfullendorf besluiten we te stoppen. Pfullendorf is een stadje met mooie vakwerkhuizen. Zie info-stukje over vakwerkhuizen. Helaas zijn enkele hotels gesloten vanwege vakantie en bij een pension staat ‘Zimmer belegt’. Toch even aanbellen of er misschien plek is? Dan denken we gewoon dat het betekent dat je bij deze kamer belegde broodjes krijgt bij het ontbijt, probeert Mama. Maar er wordt niet opengedaan.
Het begint ook weer te regenen, maar we moeten dus toch verder rijden. Gelukkig vinden we een paar kilometer buiten het stadje een mooie ‘Zimmer’, of eigenlijk twee kamers met zelfs een keukentje erbij dat we mogen gebruiken.
’s Avonds Zwitsers weerbericht op televisie: het sneeuwt tot 1800 meter – onze route over de Arlbergpas gaat over 1793 meter, dus dan zullen wij ook nog wel sneeuw zien!
Weer af en toe een bui, maar wij blijven droog. Veel fruitbomen, en af en toe wordt er bij een boerderij fruit verkocht langs de weg of vanuit de schuur. Bij zo’n Obsthof kopen we appels.
Kilometers lang gaat het langzaam omlaag, dat schiet lekker op, maar af en toe ook een steil klimmetje. Na zo’n klim kunnen we opeens de Bodensee zien liggen in de diepte, met de Alpen op de achtergrond (wel wat vaag vanwege de wolken).
Bij Langenargen komen we echt aan de Bodensee – wat een groot meer! Wim en Anneke waren hier al in 1992, maar het is toch weer indrukwekkend.
Camping aan het meer. ’s Avonds ligt er nog een tasje afval buiten de tent – ineens komt daar een hoop geritsel uit: er is een grote egel ingekropen! Natuurlijk maken we er wel een foto van, maar verder laten we onze logé maar lekker liggen.