Familie Helder op Reis: Jaartjeweg 2006 - 2007
Litty is 12 geworden – in Nederland te oud voor een Railrunner, maar ook hier in Italië telt ze voor veel dingen nu mee als volwassene.
Deze week waren we in drie Italiaanse steden (Merano, Bolzano en Trento), met tussendoor fietsdagen langs de Etsch, die hier Adige heet. Het is weer net zo warm als aan het begin van de reis – van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat lopen/rijden we in korte broek. Wel even omschakelen hoor!
Voor het eerst sinds vele weken een zonnige zondag. Na de lange dag gisteren in Slot Trautmansdorff, blijven we vandaag een dagje rustig op de camping. De kinderen maken schoolwerk, waarbij vooral gymnastiek uitgebreid op het lesrooster staat, dat doen we in het zwembad van de camping.
Als we de stad uit zijn, rijden we een stuk over een asfaltweg in de zon. Wim vindt het wel lekker, maar de anderen veel te warm. Gelukkig vinden we een pauzeplekje in de schaduw bij een of ander clubhuis, en buigt de route daarna weer naar de rivier. Daar is het veel koeler.
De Duitse naam voor Bolzano is “Bozen”, maar zo mogen we het van Litty niet noemen, dat vindt ze een stomme naam.
In Bolzano moeten we volgens ons routeboekje “onder een slagboom door” om bij de camping te komen, dat blijkt letterlijk ónder een (gesloten) slagboom door te zijn; met een zwaarbeladen fiets is dat nog niet zo eenvoudig. De camping ligt iets buiten het centrum, temidden van appelboomgaarden. Net als in Merano is ook hier de camping overvol, hier ook veel (Duitstalige) kinderen. We zijn er al vroeg, dus kunnen we ‘s middags lekker spelen in het campingzwembad.
Verslag van Johan
Vandaag hebben we een rustdag in Bolzano. We gaan vandaag naar een kasteel in Bolzano en gaan daarna naar het museum waar Ötzi ‘de man uit het ijs’ ligt in zijn eigen vriezer.
Om in het kasteel te komen moesten we 7 kilometer fietsen. We wouden eerst gaan wandelen maar dat was toch niet zo’n goed idee. Omdat we ook nog naar Ötzi wouden en het nog best was, dus we hebben ook niet meer zo veel tijd.
In het kasteel zijn muurschilderingen uit de middeleeuwen, bijvoorbeeld van een riddertoernooi. Volgens Pa is het best bijzonder dat het van gewone mensen is en niet van heiligen en engelen. In een andere kamer is ook een muurschildering van het verhaal van Tristan en Isolde (ik ken dat verhaal niet, maar volgens Pa zijn die verliefd op elkaar maar ze krijgen elkaar niet). In het kasteel is ook een tentoonstelling van de mensen uit de steentijd. Hoe mensen in de steentijd zich met kleren en sieraden mooi maken. Er zijn dierenhuiden die je kunt voelen, bijvoorbeeld van een alpenmarmot, lekker zacht! Bij de tentoonstelling is ook een film over hoe de mensen in die tijd leefden. De film is best lang en is ook wel erg leuk. Daarna fietsen we naar het museum waar Ötzi ligt in z’n vrieskist (zie het informatiestukje). Alles wat bij Ötzi gevonden is, staat in een aparte kast met uitleg over hoe het gemaakt is: zijn berenmuts, schoenen, pijlen, buideltje met vuursteen. Er zijn kranten, ook een Nederlandse, over de vondst. En er is een video waarin ze laten zien hoe Ötzi misschien als schaapherder over de bergen trok: je ziet een lange stoet schapen op een smal bergpaadje in de sneeuw, en opeens wordt er eentje naast het pad geduwd en glijdt die een heel eind naar beneden… sssjjjoeefffffff. Na elke zaal liepen we een rondje terug naar deze video om het glijdende schaapje te zien.
In het museum is ook een tentoonstelling van mummies uit Peru.
We lopen nog een rondje door het centrum (waar ze op de markt mooie ‘boeketjes’ verkopen van pepertjes en knoflook), en rijden dan terug naar de camping.
In de tent hebben Litty en Johan een verhaal uitgewerkt over Ötzi, die tot leven komt en alle bezoekers verjaagt. Bij het tent afbreken geven ze een voorstelling: het wordt een poppenspel met alle knuffels, en de witte lakenzak is de sneeuw op de gletsjer.
Een half dagje fietsen vandaag, langs de rivier. In Auer een klein stukje de heuvels in naar een camping bij een waterval. Anneke’s broer Dirk Jan was hier vorige zomer met zijn gezin, en de mevrouw van de camping meent even ons te herkennen: "Jullie waren hier vorig jaar toch ook? Toen was er ook een hele familie op de fiets…"
Ook vandaag rijden we weer langs de Adige. Bij de koffiepauze zijn we nog in Duits taalgebied, maar vlak daarna rijden we Alto Adige uit, en dan wordt alles Italiaans.
Volgens ons fietsboekje zou er ’s middags tegenwind zijn op het stuk ná Trento (wind vanaf het Gardameer), maar wij hebben ook nu voor Trento al flinke tegenwind. We naderen de stad langs allerlei wegwerkzaamheden, maar in de stad zelf is het dan toch wel mooi.
We gaan naar de jeugdherberg, en lopen vast een verkennend rondje door de stad.
Ballonnen hangen met knijpers aan de waslijn door de kamer als Litty wakker wordt: fijne verjaardag!
Op de kamer doen we alvast een eerste ontbijtje, met een chocoladebroodje en kopje thee. En er zijn cadeautjes, meegenomen uit Nederland. Daarna het jeugdherbergontbijt: één broodje met boter en jam en één drankje (perzikthee of koffie) – er is ook nog water. Van zo’n echt Italiaans ontbijt krijg je net genoeg energie om naar de bakker te lopen…
We wandelen door het voetgangersgebied naar het kasteel van Trento. Daar eerst koffie (Wim en Anneke) en een gevuld croissantje (Litty en Johan) op de binnenplaats. Daarna de zalen bekijken: over de geschiedenis van Trento (Johan ontdekt uitleg over waarde van de Romeinse munten), schilderijen, muurschilderingen. En een rondleiding (met audiotour) naar toren met middeleeuwse fresco’s van de maanden van het jaar. Johan kijkt gewoon zelf rond, maar Litty luistert tot het eind naar haar Duitstalige toelichting.
Daarna de stad in. Bij een brillenwinkel vragen we of zij iets kunnen verbeteren aan Litty’s bril, die nu al een paar dagen met Leukoplast bij elkaar gehouden wordt – dat wordt een nieuw montuur, in dezelfde maat zodat de oude glazen overgezet kunnen worden.
Onder het huidige straatniveau van Trento is een stuk Romeinse straat blootgelegd, daar willen de kinderen graag naar toe: een geweldige ervaring om over een echte Romeinse weg te lopen, je kunt ook nog karrensporen zien.
Op het plein bij de dom staat een mooie grote Neptunus-fontein, en kinderen zijn in traditionele kleding met pijl en boog aan het oefenen voor een optreden.
We hebben laat brood gegeten, en willen in elk geval een royaal ijs-toetje – dus geen uitgebreide maaltijd, maar een afgehaalde portie pizza+drankje dat we op een bankje opeten. Daarna ijs, met 3 (drie!!) bolletjes, mmmmm, eigenlijk te veel maar wel heel lekker.
Litty heeft vandaag al wat telefoontjes gehad, en nu gaan we ook nog naar een internetcafé om verjaardagsmail te lezen – een heel bijzondere verjaardag zo!
Overgebleven ballonnen gaan mee, bij Litty achterop de fiets.
Tot Rovereto volgen we weer het fietspad langs de Adige, met uitzicht op een snelweg. Daar staat een grote file richting Duitsland, van allemaal mensen voor wie de vakantie voorbij is (in Beieren beginnen maandag de scholen weer).
Daarna moeten we een pas over om bij het Gardameer te komen. Niet heel hoog (278 meter), maar toch even klimmen. Er is zowaar een bordje op het hoogste punt: Passo San Giovanni, daar moet natuurlijk onze eigen Johan/Giovanni op de foto.
Pas na weer een stukje dalen krijgen we uitzicht op het meer. Beneden aan het meer zijn gelukkig veel campings – de eerste is vol, maar bij de tweede kunnen we terecht. Het is wel heel druk met toeristen hier!