Familie Helder op Reis
In de afgelopen jaren hadden we al heel wat Egypte-kennis opgebouwd. Zo waren we al eens uitgebreid bij de mummies geweest in het Museum van Oudheden in Leiden, we kennen "Die eeuwige Egyptenaren" uit de reeks Waanzinnig-om-te-Weten, in groep 6 maakte Johan een werkstuk over Egypte, en we hebben een boekje van ‘geurige geschiedenis’ over "Muffe mummies", met geurende vlakjes die je kunt openkrassen.
Ter voorbereiding op onze reis gingen we in het voorjaar van 2008 nogmaals naar het Oudheden-museum, waar een tentoonstelling was over Leidse archeologen in Egypte. Ook bekeken we de film van Asterix en Cleopatra. En omdat Egypte natuurlijk niet alleen het land is van piramides en farao's, zocht Wim aanvullende informatie in een reisgids, verzamelde Anneke Egypte-nieuwtjes uit de krant (over de Afrika-cup, brood-rellen, de grens met Israel en de islam), en lazen we 'Egyptische bijbelverhalen' van Abraham, Jozef en Mozes.
De groepsreis begint zondag 27 april in Caïro. Wij willen zaterdag al naar Egypte vliegen, maar uiteindelijk blijkt onze vlucht zelfs vrijdagmiddag al te vertrekken. Dat betekent twee daagjes extra voor een rustige start in Egypte. Daarna begint het Familieavontuur.
Dit eerste deel van het reisverslag beschrijft de eerste dagen in Caïro:
Na aankomst worden we naar ons hotel in het centrum van Caïro gebracht. Hier verblijven we twee nachten.
Eén dag kun je op eigen gelegenheid rustig de stad verkennen, de volgende dag brengen we een bezoek aan het Egyptisch museum.
Het museum staat vol met bijna 100.000 stukken uit de Faraonische periode waaronder de stoel van
Toetanchamon en rijkversierde mummies.
Ook bezoeken we de piramides van Gizeh! Op het piramidecomplex bevindt zich ook de beroemde Sfinx.
Aan het eind van de dag nemen we de nachttrein naar Aswan. We reizen met de comfortabele slaaptrein die in 13 uur zuidwaarts rijdt.
Vrijdag 25 april | Vlucht naar Caïro |
Zaterdag 26 april | Caïro: Koptische wijk |
Zondag 27 april | Caïro: Citadel |
Maandag 28 april | Caïro: Pharaonic Village |
Dinsdag 29 april | Caïro: piramides en Egyptisch museum |
Vandaag begint ons Familieavontuur naar Egypte JJJMet onze bagage wandelen we naar het station, en dan met de trein naar Schiphol. Vanwege de verwachte vakantiedrukte moesten we 2,5 uur tevoren aanwezig zijn, maar zó druk is het nu nog niet, het inchecken gaat lekker snel en dan hebben we opeens tijd over. Vroeger gebruikten we de wachttijd op Schiphol om taxfree fotorolletjes te kopen, de laatste jaren is er vanwege extra controles eigenlijk nooit meer tijd over – wat zullen we nu eens doen?
Dan ziet Wim dat iemand bij een elektronica-zaak een Wii-Fit uitstalt, die aan voorbijgangers wordt gedemonstreerd. Wat een bof dat wij zoveel tijd hebben, nu kunnen we de Wii zomaar uitproberen! Geen tennis of golf, maar balans-oefeningen op een matje. Johan eerst, die mag twee spelen uitproberen maar als daarna Anneke op de mat stapt, krijgt zij de fitness-mogelijkheden te zien: een soort evenwichtsoefening waarmee je ‘fit-leeftijd’ wordt berekend – die blijkt 33, valt niet tegen voor zo’n spontane test. Vervolgens mag Litty twee spelletjes doen, zij kiest een soort step-training. We mogen rustig proberen – er zijn niet veel mensen die zoveel tijd hebben als wij, maar dan wordt het ook voor ons tijd om naar de gate te gaan.
We vliegen met Lufthansa, eerst met een "AVRO RJ85 AVROLINER" tot München. Volgens onze (elektronische) tickets zouden er aan boord alleen 'refreshments' worden geserveerd, maar we krijgen ook een lekker broodje kaas en een chocoladesnack. Bovendien hebben Litty en Johan bij het instappen al snoepjes gekregen, onverwachte extraatjes. Bij vertrek krijgen we toch wat vertraging, een kwartier later dan gepland landen we in München, maar volgens het cabinepersoneel blijft er voldoende tijd over voor onze overstap. Dat is ook wel zo, maar het houdt niet over. Onze grote bagage is al doorgelabeld en we hebben ook al instapkaarten voor de vervolgvlucht, maar we moeten wel een flink stuk lopen door allerlei verlaten gangen. Geen tijd om hier even rond te kijken! Als we bij de gate aankomen zijn de andere passagiers al aan het instappen – we vliegen nu met een grote Boeing 737-800 van Egypt Air. Ook hier zouden we alleen een drankje krijgen, maar het was niet nodig zelf broodjes mee te nemen: we krijgen een avondmaaltijd aan boord. Ook krijgen we het Duitse tijdschrift Stern, met een artikel over problemen vanwege stijgende voedselprijzen in veel landen ter wereld, met ook de hoge broodprijzen in Egypte als voorbeeld.
De vlucht duurt ruim 4 uur, en vanwege het uur tijdsverschil is het al 9 uur ’s avonds als we landen op het vliegveld van Caïro. Al vóór de douane worden we opgewacht door een medewerker met bordje “Sawavee”, medewerkers van reisbureautjes mogen hier blijkbaar zomaar langs de douaneposten doorlopen om aankomende toeristen te helpen met een visum. Dat is hier ook wel merkwaardig geregeld: in de hal staat een kleine kiosk van een bank, waar je geld kunt wisselen, maar waar ook een A4-tje hangt met de prijs van een visum. Hier hoef je geen paspoort te laten zien: als je 4 keer het bedrag voor een visum betaalt, krijg je gewoon 4 stickers – die je vervolgens zelf in je paspoort moet plakken. Dit moet je allemaal zelf regelen voordat je bij de douanecontrole in de rij gaat staan – vandaar dat het wel handig is dat de reisagenten hier rondlopen! Anneke ontdekt ook een geldautomaat, en daar halen we onze eerste Egyptische ponden: lelijke briefjes, met wel mooie plaatjes van piramides en farao’s. Buiten is het al donker, er staat een frisse wind en een thermometer geeft 22° aan. Een begeleider brengt ons met onze bagage naar een busje, dat ons naar het hotel zal brengen. blijft hij op het vliegveld, blijkbaar moet hij nog anderen ophalen.
Het is zo’n 20 km tot het centrum; het is niet al te druk op straat, we kunnen goed doorrijden. De chauffeur spreekt geen Engels, dus we krijgen geen toeristische uitleg tijdens de rit. Zelf herkennen we wel het treinstation, en later rijden we met een brug over een brede rivier – we zijn bij de Nijl! In het hotel krijgen we twee kamers naast elkaar, niet superluxe en niet al te groot, maar als twee werklui nog even snel de vloer zuigen en een ‘fris’ luchtje de kamer inspuiten, is het wel schoon: welkom in Egypte! Nog even wat fruit en iets drinken – gelukkig hebben we nog wat flesjes water, want het kraanwater is weliswaar ‘veilig’ maar smaakt naar chloor! Als Litty en Johan op bed liggen, lopen Wim en Anneke nog even naar buiten om bij een stalletje een grote fles drinkwater te kopen. Dan gaan ook zij bijtijds naar bed.
Om 7 uur worden Wim en Anneke wakker – het is warm en benauwd in de kamer, we zetten de airco aan en slapen dan weer in. Twee uur later komt Johan aangekleed de kamer is: Opstaan! Het hotel is inclusief ontbijt, en dat kan tot 10 uur. Er zijn warme gerechten: bruine bonenpuree, falafel en humus – dat kennen Wim en Anneke uit Israel. Er is ook ‘gewoon’ een hardgekookt ei, of schapenkaas, vleeswaren en 'Europese' smeerkaas en jam. Er zijn zachte witte broodbolletjes, maar ook kleine pizza-rondjes en een soort kleverige zoete bladerdeeghapjes met chocola en kokos. Thee en koffie zijn gemaakt met kraanwater (smaakt in elk geval naar chloor) maar er is ook een soort vruchtensap. Al met al genoeg keus om de dag rustig te beginnen.
Om een uur of 11 gaan we op stap. Nee, we hoeven geen taxi – we willen de buurt verkennen en lopen richting Nijl. Al snel worden we aangesproken: "herkennen jullie me niet, ik werk in jullie hotel, waar gaan jullie naar toe, je kunt beter hier rechts, daar heeft mijn vader een winkeltje, …". Eerst tonen we nog wat belangstelling, maar dan kost het extra moeite om de man weer kwijt te raken en nee, we willen niet naar McDonalds, we kunnen met behulp van de plattegrond in onze reisgids best zelf de weg vinden. Nog wel even zoeken want waar is onze reisgids gebleven, maar als we die weer teruggevonden hebben in een ritsvak van Wims tas, gaan we met vernieuwde energie op pad.
We kijken rond, maken wel enkele foto’s maar even geen praatjes meer en zo laten we de nieuwe omgeving op ons inwerken. Overal zien we de Egyptische vlag, het lijkt de Nederlandse vlag wel want het symbool in de witte baan is vaak vaag. Veel vrouwen met hoofddoekjes, en mannen in ‘jurken’. Mannen zijn hier ook saaier dan vrouwen, merkt Litty op: mannen zijn vaak in het grijs gekleed, maar de vrouwen dragen veel verschillende kleuren. We kijken ook naar de stadsbussen: blijkbaar moet je achterin instappen, en voorin betalen en uitstappen. De mensen zijn naar ons toe behulpzaam, op het opdringerige af maar niet echt vervelend. Al met al doet Caïro ons erg denken aan Bangkok: de drukke straten, fly overs, de vele mensen op straat, veel auto’s maar ook langzaam verkeer.
Langs de Nijl blijven we even staan kijken naar het water en de bootjes, dan steken we een verkeersbrug over naar een eiland in de Nijl. Op dit eiland staat een modern operagebouw en de zogenaamde Caïro-toren. Aan de andere kant van het eiland gaan we weer een brug over, en dan zijn we aan de oostkant van de stad, het eigenlijke stadscentrum. We pauzeren even op een bankje langs de Nijl – naast ons zitten meisjes in 'jurk met hoofddoek' een natuurkunde-toets voor te bereiden, we zijn hier vlakbij de universiteit. Nu we een eerste indruk hebben van het dagelijks leven in de miljoenenstad Caïro (20 miljoen inwoners zouden er zijn!), wordt het tijd voor een toeristische attractie.
We willen naar het museum in de Koptische wijk, in het zuiden van de huidige stad. Daarvoor duiken we onder de grond, een metrostation in. Ongelooflijk, wat een verschil met de chaotische drukte bovengronds. Er zijn loketten waar je kaartjes kunt kopen, voor een standaardtarief van 1 pond. Gele kaartjes met magneetstrip, waarmee je de draaihekjes kunt passeren. De verschillende metrolijnen zijn duidelijk aangegeven – als je ooit ergens ter wereld in een metro gezeten hebt, kun je je hier ook prima zelfstandig redden. Later merken we dat er nog wel een aandachtspunt is, maar ook dat spreekt voor zich: er zijn aparte vrouwenwagons, waar mannen geen toegang hebben. Die zien er wel een stuk fleuriger uit! Wij gaan met ons vieren in een gemengd rijtuig. Al na een paar stations gaat de metro bovengronds verder, met uitzicht op buitenwijken, de universiteitsgebouwen en industrie. Bij een van de laatste haltes stappen we uit – het draaihekje bij de uitgang slikt onze kaartjes in, dus daar houden we geen souvenir aan over.
Zodra we het metrostation uitkomen, staan we direct recht tegenover het Koptisch museum. Busladingen toeristen worden hier uitgeladen, er zijn souvenirstalletjes en mensen bieden van alles te koop aan: leren portemonnees, mooigekleurde sjaals, fotoboekjes van Egypte, kettingen enzovoorts. Bij een stalletje kopen we een fles water, en dan gaan we op een muurtje zitten om eens rond te kijken. We zitten nét ‘uit de loop’, en zien er blijkbaar niet al te kooplustig uit – we worden geen enkele keer lastiggevallen.
De Koptische wijk is de oudste wijk van Caïro, ontstaan uit een Romeins fort. Smalle straatjes, en verschillende oude kerkjes. "Hier hebben Jozef en Maria gerust toen ze met Jezus moesten vluchten voor Herodes" – we zijn opeens op bedevaartsreis! In een kerkje hangen ook de ketenen waarmee een van de eerste christenen gemarteld is – we zien verschillende mensen die die ketting eerbiedig even om hun eigen schouders leggen – een bordje legt uit dat voorwerpen die ooit door een heilige zijn aangeraakt, nu kracht en gezondheid bieden aan wie ze aanraakt.
Even verderop is ook een synagoge, naar verluid op de plek waar de dochter van de farao het biezen mandje vond, waarin Mozes op de Nijl te vondeling was gelegd. De Nijl stroomt nu een paar honderd meter verderop, maar vroeger dus hier vlak langs het Romeinse fort. Litty en Johan kijken goed rond in de synagoge – ze hebben al veel kerken, moskeeën en allerlei tempels bezocht, maar nooit eerder een echte synagoge. Als we nog verder lopen door de straatjes, volgen we wat inwoners door een gat in een muur – zo komen we op een begraafplaats. In een ander deel van de stad moet een grote begraafplaats zijn die nu tot woonwijk geworden is voor de armere bevolking (de dodenstad), maar ook hier zien we dat er mensen wonen tussen de grafhuisjes.
Dan lopen we terug naar het museum. Bij het verlaten van de metro hadden we al gezien dat hier op straat enkele gewapende agenten de wacht houden: zittend of staand achter een houten schot van een vierkante meter groot, houden ze min of meer voortdurend alles in de gaten. Als je het museum in wilt, word je nog extra gecontroleerd: iedereen moet een bewakingspoortje door, en ook alle tassen worden gescand. Binnen mag je geen foto’s maken, en Wim moet zijn fototas inleveren. Anneke stopt haar fototoestel in haar rugzak, en wil haar rugzak dan ook afgeven bij de bewakers. In eerste instantie willen die alleen de camera aannemen – de rugzak moet ze maar omhouden, 'of zit daar soms een mes in?'. "Yes!", juicht Anneke, het broodmes zit er natuurlijk in, gelukkig, dan mag de rugzak ook bij de bewakers blijven – dat loopt veel prettiger, zo zonder spullen.
Het museum is geweldig, veel mooie spullen en ook een heel rustige, mooie sfeer. Steenfragmenten uit oude kloosters, fresco’s, iconen: schitterende vroegchristelijke kunstvoorwerpen. Het is wel veel te veel om op zo’n eerste middag te bekijken. Voor de laatste zalen hebben Anneke en de kinderen niet veel aandacht meer – maar we hebben wel een goede indruk gekregen, en ook echt genoten.
We halen onze tassen weer op bij de bewakers en gaan dan met de metro terug naar ons hotel. Nu reizen we door naar het metrostation vlakbij ons hotel – daarvoor moeten we overstappen, maar inmiddels hebben we wel gezien dat dat makkelijk kan. We merken ook verschil: op de noordzuid-lijn rijden rijtuigen met houten rolluiken, de oostwest-lijn is veel nieuwer, met modernere rijtuigen en ook de metrostations zien er moderner uit, met frisse kleuren.
Litty had zich vanochtend opeens afgevraagd of in het Arabisch ook de cijfers van rechts naar links gelezen worden, en bij het uitstappen van de metro vinden we het antwoord. Hier hangt namelijk een klok met ‘Egyptische cijfers’, en daar zien we dat ook bij de 12 de 1 gewoon links staat, dus niet 21. Wel vreemd trouwens dat ook de cijfers hier anders zijn dan in ons Europese schrift – wij hebben toch Arabische cijfers?
Het is nu weer erg lekker buiten op straat, midden op de dag was het in de zon wel warm, we hebben veel gedronken vandaag. Het is nog wat vroeg om te gaan eten, maar we hebben geen zin straks nog weer de straat op te gaan – dus we kopen gewoon wat lekkers in een supermarkt, en maken daar later in het hotel een maaltijd mee klaar. We zoeken wat Egyptische produkten, en vinden een pak dadels en Egyptische yoghurt. Later op de avond horen we onweer, maar de regen zet niet echt door. We gaan vroeg naar bed.
In het vliegtuig hadden we een artikel gelezen over Pasen in Egypte: omdat de orthodoxe kerk de Juliaanse kalender gebruikt en niet de Gregoriaanse (zoals wij), valt Pasen hier op een andere dag, namelijk vandaag! De supermarkt verkoopt paaseitjes, maar verder merken we er niets van – ook gisteren in de Koptische wijk was er niets te merken van Goede week of Paasfeest. Het ontbijt is net als gisteren, maar als extraatje wordt een grote taart aangesneden – ter gelegenheid van een jarige uit een andere (Nederlandse) groep die hier in het hotel zit.
Volgens het programma komt de rest van onze groep vanavond aan in Caïro – wij hebben deze dag nog voor onszelf, en plannen een bezoek aan de citadel, een 'middeleeuwse' vesting op een heuvel aan de oostkant van het centrum. We willen niet meteen voor het hotel in een taxi stappen, en lopen eerst een stukje rechtsaf – dat brengt ons eigenlijk meteen in een arme volksbuurt, met paarden en handkarren, vuil op straat, een bakker waar wij niet welkom zijn (een ‘overheidsbakker’ die gesubsidieerd brood verkoopt aan de armere bevolking?), die ons verbaasd aankijken maar niemand die moeilijk doet. Toch niet helemaal de juiste buurt om een taxi te vinden – we lopen weer een zijstraat in, richting drukkere weg, en daar stoppen meteen al een paar zwart-witte autootjes. Wim onderhandelt wat over de prijs, en dan kunnen we instappen.
We worden afgezet langs een drukke verkeersweg, bij de toegang naar de citadel. Zodra je naar boven loopt, ben je uit de drukte. Wel nog veel bewakers, achter hun houten schotjes. In alle reisgidsen word je gewaarschuwd voor de strenge veiligheidsmaatregelen bij het Egyptisch Museum, maar er wordt eigenlijk overal gecontroleerd. Bij veel gebouwen en hotels staat een bewakingspoortje, al lijkt dat voornamelijk werkverschaffing want de bewakers die erbij horen zitten rustig wat te kletsen of te suffen en reageren zelfs niet als het alarm afgaat (en dat gebeurt natuurlijk wel steeds als wij er met onze tassen doorheen lopen). Ze zeggen dat ze het verschil kunnen horen tussen de piepjes die wij veroorzaken en piepjes van echte wapens - daar vertrouwen we dan maar op. Maar hier bij de citadel is de controle nog strenger dan gisteren bij het Koptisch museum, en Anneke's rugzak wordt gecontroleerd: het rode mes, dat we eigenlijk altijd bij ons hebben om brood te smeren of fruit te snijden, mag echt niet mee en moet worden ingeleverd in een wachthuisje. Daar blijkt een wand helemaal gevuld met een soort houten archiefkast met allemaal genummerde laatjes die op slot kunnen - het rode mes gaat in zo'n laatje, de sleutel blijft in het wachthuisje maar we krijgen wel een papiertje mee met het nummer van 'ons' kluisje, daarmee kunnen we later het mes weer op komen halen. Overigens ligt er ook nog een hoeveelheid messen, mesjes en schaartjes gewoon los op een tafeltje - blijkbaar komt niet iedereen in aanmerking voor een eigen kluisje. Gelukkig hebben we ook nog een plastic mesje bij ons; voor de rest van de reis kunnen we het rode mes beter niet meer meenemen naar musea.
Als het mes netjes is opgeborgen, kunnen we rustig gaan rondkijken. Qua sfeer doet het hier denken aan Ehrenbreitstein bij Koblenz, je kunt er heerlijk ontspannen rondwandelen, met mooi uitzicht op de stad. In de reisgids staat dat je bij goed weer zelfs de piramides kunt zien, en als we anderen zien wijzen ontdekken wij ze ook: weliswaar wat vaag, maar we zien ze echt en ze zijn heel groot, veel groter dan verwacht! Johan zocht een klein puntje in de verte, maar het zijn enorme bouwwerken, net zo hoog als de flats! Natuurlijk bezoeken wij ook de grote moskee midden in de citadel. Je moet wel je schoenen uit, maar het is geen gebedsruimte, binnen loopt iedereen gewoon rond of zit op de grond wat te kletsen.
Voor de meeste toeristen is hiermee het bezoek aan de citadel afgelopen, maar wij lopen nog verder rond. We komen nu in een deel waar veel Egyptische families zijn, en klassen op schoolreisje. Een gebouwtje bevat het politiemuseum, enkele zaaltjes met voorwerpen en foto’s. Onder andere een oud houten schild: die zijn nu nog steeds populair bij de vele agenten op straat! En een zaal vol over politieke moorden – dat hebben we in Nederland toch niet? Nu ja, Willem van Oranje natuurlijk, en Pim Fortuyn. Door een poort komen we nog in een ander deel van de citadel. Hier kun je picknicken, wij zitten lekker onder een schaduwrijk afdakje. Dan bezoeken we het militaire museum: gelukkig is een deel van de zalen afgezet, je kunt alleen een route volgen langs een rood koord, en dat is ons al uitgebreid genoeg. Verschillende oude wapens, onder andere modellen van gevechtstorens en stormrammen met een rammenkop, uniformen, vaandels, allerlei maquettes van gevechtssituaties, informatie over de oorlogen in 1967 en 1973 (bij ons bekend vanuit joods perspectief, maar hier heet Israel “de vijand”), over het Nijlverdrag en over de revolutie van Nasser in 1952. Een mooi lesje nationale geschiedenis.
Deels lopend, deels met een taxi gaan we vervolgens naar de soek van Khan al-Khalili, een stadsbuurt vol winkeltjes en marktkraampjes. We kijken rond maar kopen niets, en eindigen bij een metrostation vanwaar we terugreizen naar de wijk van ons hotel. We kijken rond voor een restaurant, maar vinden er geen en besluiten dan om in het restaurant van ons hotel te gaan eten. Niet Egyptisch, maar Italiaans, wel erg lekker. Als toetje hebben we Egyptisch fruit (khookh, kleine perziken, en wat onbekende gele vruchten). Als ’s avonds laat de andere families arriveren, liggen wij al te slapen.
Na het ontbijt ontmoeten we reisleider Nick en de andere deelnemers aan het Familieavontuur. We reizen met 4 families: 7 volwassenen en 10 kinderen. De oudste is 25, de jongste 11 (dat is Johan). Reisleider Nick is een Engelsman die al ruim anderhalf jaar in Egypte woont en werkt. Bij de eerste kennismaking blijkt dat de heenreis voor de anderen niet zonder problemen is verlopen: de ‘standaardvlucht’ uit het reisprogramma is op het laatste moment geannuleerd (vanwege defecten aan het toestel), waardoor de een uiteindelijk een halve dag eerder moest vertrekken, en anderen pas midden in de nacht aankwamen. Ook waren er op Schiphol problemen met een van de tickets, en van twee anderen is de bagage nog niet aangekomen in Caïro….
Overdag is er geen gezamenlijk programma – gelegenheid om uit te slapen, bagage te regelen of de stad te verkennen. Wij volgen een tip uit onze reisgids, en bezoeken het Pharaonic Village van Dr Ragab. Dit is een soort openluchtmuseum, een nagebouwd dorpje uit de farao-tijd, een initiatief van papyrus-onderzoeker dr Ragab. We gaan met de metro, maar als we vanaf het metrostation de weg vragen vindt iedereen dat we dat echt niet kunnen lopen, dus vooruit, ook nog een stukje taxi. Bij het Pharaonic Village komen blijkbaar niet zoveel buitenlandse toeristen; bij het loket vraagt men hoe wij hier beland zijn. Er komen wel veel Egyptenaren, voor wie vandaag een feestdag is: geen tweede paasdag, maar een nationale vrije dag vanwege het lentefeest Sjam am-Nessim. Gelukkig is er een beknopte Engelstalige uitleg van wat ons te wachten staat, en we komen bij 5 andere buitenlanders in een groepje.
De tocht door het dorpje begint met een soort rondvaart langs verschillende opstellingen aan de oevers van de Nijl. Alles is met papyrus afgeschermd van de moderne wereld. Er staan godenbeelden en een nilometer (die de hoogte van de Nijlstand meet en daarmee de omvang van de oogst voorspelde en zo het belastingtarief voor dat seizoen bepaalde), mensen in traditionele kleding spelen de vondst van Mozes in het biezen mandje, traditionele landbewerking en allerlei oude ambachten (zoals pottenbakken, beeldhouwen, parfum maken). Op een eilandje mogen we uitstappen. Hier worden we rondgeleid langs een luxe villa en een eenvoudige woning, en er staat een nagebouwde tempel, helemaal beschilderd. Het is een van de tempels uit Karnak, bij Luxor, waar we later deze reis nog ‘in het echt’ naar toe gaan. Maar dan zie je al die kleuren niet meer!
Dan is er een gedeelte met souvenirkraampjes, we zien een glasblazer die een mooi parfumflesje maakt, er is een restaurant en een speeltuin, maar hier is ook de nagebouwde grafkamer van Toetanchamon! En dat is dan toch wel weer heel indrukwekkend. Je loopt echt door een smalle gang, als de toegang tot de grafkamers, en ziet dan de volgestapelde kamers vol ‘gouden’ voorwerpen, en de kamer met het kastje met de vier vazen voor de ingewanden (die in een aangebouwde vitrine worden getoond), en de buitenste sarcofaag, met in een extra ruimte de andere sarcofagen, en uiteindelijk de ‘mummie’ op zijn grafbed. Zo kun je je wel goed voorstellen hoe Howard Carter onder de indruk moet zijn geweest, toen hij het graf in 1922 ontdekte! Op eigen gelegenheid kun je dan nog wat rondlopen. Wij hoeven niet zo nodig als Cleopatra of als Egyptische farao op de foto, maar we kijken wel nog rond in de verschillende museumpjes op het terrein. Over islamitische kunst en over de Koptische kerk, over Sadat en over Nasser (met foto’s en politieke verhalen maar ook bijvoorbeeld hun pantoffels…) , over scheepsbouw, over mummificeren, over Napoleon (die in 1798 naar Egypte trok) en zelfs over chocolade (maar wat dat met Egypte of de farao’s te maken heeft, is ons niet duidelijk geworden).
Bij het bezoek hoort tot slot nog een boottocht van een uur over de Nijl. We varen tot het stadscentrum, de brug vlakbij ons hotel. We zien kinderen spelen in de rivier, vrouwen doen de was en we zien een overvol veerpontje. Terug naar het metrostation kunnen we wel lopen, een interessante wandeling door een minder-toeristische buurt. Aan de hand van nummerborden leren we onszelf de Egyptische cijfers.
’s Avonds gaan we met de groep uit eten. Met taxi’s naar een restaurant, en daar is dan gelegenheid om de eerste Egypte-ervaringen uit te wisselen en wat nader kennis te maken. Hier krijgen we notabene als voorafje heel lekkere versgebakken broodjes, een soort shoarma-broodjes, veel beter dan de kleffe broodjes die we bij het ontbijt krijgen! Johan bestelt een traditioneel Egyptisch gerecht, koshary, en reisleider Nick demonstreert het roken van een waterpijp. Met taxi’s gaan we terug naar ons hotel – de reis is nu echt begonnen!
Vandaag raakt alles in een stroomversnelling. Na het ontbijt vertrekken we met een busje naar de piramides van Gizeh, 12 kilometer ten westen van het stadscentrum. Dit zijn de drie beroemdste piramides van Egypte, waarvan de grootste de allerberoemdste is: de piramide van Cheops. Vanaf de citadel konden we de piramides al zien, maar als we er dichterbij komen, lijken ze nóg weer groter te zijn! Vandaag hebben we een Egyptische gids, die gelukkig heel goed Engels spreekt, en ook ongelooflijk veel blijkt te weten. Hij is hoogleraar aan de universiteit, en doet zelf mee aan allerlei onderzoek. Onze gids vertelt over de klimaatbeheersing in de piramides: door de vele bouwlagen en de gekozen steensoort (bij elke laag een halve graad kouder dan de omgeving), heerste binnen in de grafkamer een constante, koele temperatuur – goed om een lijk te conserveren.
Eerst bezoeken we de middelste piramide, van Chefren. Hier mag je (zonder tas, zonder fototoestel) de tunnel in tot de grafkamer – die is nu natuurlijk leeg, maar je krijgt dan wel enig gevoel voor de lengte van de tunnel, de helling op en neer. Alleen de koelte voel je niet – door de constante stroom toeristen is het nu warm en vochtig binnen, alsof je een tropische kas inloopt. Vervolgens lopen we een rondje om de piramide van Cheops – ook dit om gevoel te krijgen voor de afmetingen. Die zijn echt gigantisch!
Met ons busje rijden we naar een uitzichtsplateau, en dan mogen we een stukje kameelrijden! We noemen het wel kameel, net als de Engelsen ‘camel’ zeggen, maar het zijn natuurlijk dromedarissen. En daarvan zijn er drie soorten in Egypte, horen we: uit de westelijke woestijn (waar we nu zijn), uit de oostelijke woestijn en Nubische. Het blijkt trouwens best makkelijk om op een kameel te stappen als die rustig op de grond ligt, maar dan komt het lastigste deel: de kameel gaat eerst op zijn achterpoten staan, en dan lig jij dus zo’n beetje op de grond – goed achterover leunen is het advies. Het lopen zelf gaat eigenlijk best lekker, en het is een geweldig gevoel, hier tussen de piramides! We lopen een kwartiertje, tot de derde (en kleinste) van de drie piramides hier. Daar stappen we weer af (weer goed opletten dat je er niet afrolt als de kameel door zijn voorpoten zakt!). Het busje staat hier te wachten, en brengt ons naar de sfinx. Alles lijkt wel dicht bij elkaar, maar we zijn blij dat we niet hoeven te lopen, zo is het minder warm en gaat het veel sneller.
Na de verrassing van de piramides, die veel groter zijn dan verwacht, valt de sfinx in omvang op het eerste gezicht een beetje tegen: die is gewoon groot, maar niet reusachtig. Maar als je dan even rondloopt, is ook de sfinx toch wel heel indrukwekkend. Van een andere groep toeristen zien we hoe je een leuke foto kunt maken van jezelf ‘neusje-neusje’ met de sfinx. Er is ook een tempel bij, waar de mummie werd voorbereid.
Vervolgens bezoeken we een papyrus-fabriekje. Hier krijgen we een demonstratie papyrus-maken, en we horen hoe je echt papyrus kunt onderscheiden van bijvoorbeeld bananenblad. Natuurlijk kun je er ook (prijzige) versierde papyrus-vellen kopen, maar dat doen we niet.
Dan is het tijd voor de lunch. Gelukkig gaan we niet uitgebreid naar een restaurant, maar stoppen we even bij een broodjeszaak waar iedereen wat kan bestellen – tijdens de rit naar het Egyptisch museum is er daarna in de bus genoeg tijd om het op te eten.
Bij het Egyptisch museum is het een hele drukte, maar onze gids loodst ons snel naar binnen. Tassen en fototoestellen laten we in het busje liggen, dat scheelt een hoop gedoe bij de toegangscontroles. De gids vertelt dat er een nieuw museum gebouwd gaat worden vlakbij de piramides – dat is natuurlijk voor de grote toeristenbussen veel praktischer dan dit museum in de binnenstad van Caïro. Maar dit oude gebouw heeft wel heel veel sfeer, hoge zalen waar je als het ware aan alle kanten de mummies om je heen voelt.
We krijgen een uitgebreide rondleiding langs allerlei hoogtepunten, met veel uitleg en leuke details. Zo wijst de gids ons op het duurste voorwerp uit de collectie (een onooglijk klein bewerkt stukje steen), en vertelt hij over de vele gewapende wachters die elke avond na sluitingstijd het museum inkomen om alle zalen te bewaken. Op een soort iPod toont hij ook een primeur van een nog uit te zenden documentaire over zijn bijdrage aan recent onderzoek naar een geneesmiddel tegen leukemie, op basis van de mummie van een farao die leukemie had maar daarmee nog jarenlang had kunnen leven. De route eindigt bij de schatten van Toetanchamon – vol bewondering staan we oog in oog met zijn gouden masker. Het masker blijkt ook nog een leuke achterkant te hebben, met een grappig staartje.
Dan gaan we terug naar het hotel. Piramides, kamelen en mummies, het is een dag vol hoogtepunten geweest – en dan was dit pas de eerste echte programmadag van ons Familieavontuur! In het hotel is alle grote bagage al ingepakt, maar als groep hebben we nog 2 kamers beschikbaar voor wie wil douchen of omkleden.
’s Avonds om half 8 vertrekken we naar het treinstation van Caïro. Daar zou om kwart over 8 onze nachttrein vertrekken naar Aswan. Op het perron staan en zitten veel andere toeristen, af en toe wordt er ook iets omgeroepen maar een dienstregeling of treinaanduiding zien we niet, laat staan een trein. Nick gaat regelmatig informeren bij een stationsmedewerker en houdt ons op de hoogte, dat geeft wel een gerust gevoel. Straks in de trein zouden we nog een avondmaaltijd krijgen, maar iedereen begint hier alvast iets te knabbelen of te snoepen, we hebben best honger van de lange dag vol belevenissen. En dan komt om 9 uur toch nog onverwachts een trein aanrijden, en kunnen we instappen. We hebben 2-persoons coupé’s, waarvan de bank opgeklapt kan worden tot stapelbed, en met een klein wastafeltje. Het is al donker als we wegrijden, weinig te zien buiten. We genieten nog van onze maaltijd, en gaan dan gauw slapen.